Gevonden?
Mijn lippen liggen in rafels. Ik kan zo het ene velletje na het andere er af pellen. Glimlachen gaat vandaag een beetje stroef met lippen die niet willen meegeven. Ze blijven halverwege steken in een halfslachtig grijnslachje.
Twee uur zoek ik al naar mijn lipbalsempje. Of naar één van de vier lippenbalsemsticks die hier moeten rondzwerven. Niets, nada. Ze verschuilen zich in onvindbare hoekjes van mijn bureau en tas. Er zit niets anders op dan straks een nieuw exemplaartje te kopen. En wedden dat de vier verlorengewaande balsems dan binnen de tien minuten zullen opduiken?
dinsdag 17 februari 2004
Appeltje
Meeneuriënd met de radio snij ik mijn appel in kleine stukjes. Ik vis het kleine busje kaneel uit de kruidenlade en strooi het uit over de appelstukjes. Een snel vervangontbijtje geïnspireerd door Webkim.
Terwijl ik nog eventjes in "De Kleine Vriend" duik knabbel ik op de appelstukjes en plots overvalt een bekend gevoel me. Die smaak is opeens meer dan enkel appelstukjes met kaneel. Het is de smaak van zwiepende takken buiten en herfstbladeren die in een wervelende mini-tornado door de tuin suizen. Het is een smaak die me doet denken aan de kerstboom met zijn kleine blinklichtjes, die lief 's morgensvroeg al voor me liet branden zodat ik met een brede grijns de badkamer zou binnenstrompelen. Het is de smaak van Wiebe en Hobbes die nieuwsgierig naar de sneeuw kijken en voorzichtig één pootje in het witte spul neerplanten om dan als een speer weer naar binnen te schieten.
Ik knabbel verder en staar wat over het terras uit, de tuin in. De Camelia zal straks opnieuw beginnen te bloeien. Hier en daar steekt een krokusje zijn kopje op en de narcissen kunnen elk moment uitschieten.
Met het laatste stukje appel probeer ik nog zoveel mogelijk kaneelpoeder uit mijn kommetje op te deppen. Tijd om het beeld bij te stellen.
Meeneuriënd met de radio snij ik mijn appel in kleine stukjes. Ik vis het kleine busje kaneel uit de kruidenlade en strooi het uit over de appelstukjes. Een snel vervangontbijtje geïnspireerd door Webkim.
Terwijl ik nog eventjes in "De Kleine Vriend" duik knabbel ik op de appelstukjes en plots overvalt een bekend gevoel me. Die smaak is opeens meer dan enkel appelstukjes met kaneel. Het is de smaak van zwiepende takken buiten en herfstbladeren die in een wervelende mini-tornado door de tuin suizen. Het is een smaak die me doet denken aan de kerstboom met zijn kleine blinklichtjes, die lief 's morgensvroeg al voor me liet branden zodat ik met een brede grijns de badkamer zou binnenstrompelen. Het is de smaak van Wiebe en Hobbes die nieuwsgierig naar de sneeuw kijken en voorzichtig één pootje in het witte spul neerplanten om dan als een speer weer naar binnen te schieten.
Ik knabbel verder en staar wat over het terras uit, de tuin in. De Camelia zal straks opnieuw beginnen te bloeien. Hier en daar steekt een krokusje zijn kopje op en de narcissen kunnen elk moment uitschieten.
Met het laatste stukje appel probeer ik nog zoveel mogelijk kaneelpoeder uit mijn kommetje op te deppen. Tijd om het beeld bij te stellen.
maandag 16 februari 2004
Onverstoorbaar
Met zijn honderden draaiden ze rondjes in mijn hoofd. Een mallemolen van gedachten.
"O jee, dat mag ik morgen zeker niet vergeten te doen."
"Aarhg, ik moet ... nog opbellen."
"Hopelijk nemen ze in de winkel mijn nieuwe, maar nu al kapotte leeslampje terug."
"Mijn enkel doet de laatste tijd weer pijn als ik een tijdje rechtsta, zou er dan toch iets aan zijn?"
Ik draaide, woelde en probeerde mijn hoofd tot rust aan te manen. Af en toe wierp ik een rustige gedachte tussen het getrappel in, in de hoop dat het ze wat zou ophouden. Misschien wel doen stoppen. Ik dook diep in mijn geheugen en probeerde mooie momenten op te vissen. Maar het hielp geen zier. Telkens ik aan de oppervlakte verscheen met zo'n kleine parel in mijn handpalmen kwamen onmiddellijk honderden kleine voetjes aangedenderd. In een rotvaart trappelden ze over mij en mijn vondst heen en terwijl ze de bocht ingingen hoorde ik hun ijle stemmetjes nog nazinderen.
"Die tekst moest al lang terug zijn."
"Morgen zeker niet vergeten die correcties door te geven."
"...."
Met zijn honderden draaiden ze rondjes in mijn hoofd. Een mallemolen van gedachten.
"O jee, dat mag ik morgen zeker niet vergeten te doen."
"Aarhg, ik moet ... nog opbellen."
"Hopelijk nemen ze in de winkel mijn nieuwe, maar nu al kapotte leeslampje terug."
"Mijn enkel doet de laatste tijd weer pijn als ik een tijdje rechtsta, zou er dan toch iets aan zijn?"
Ik draaide, woelde en probeerde mijn hoofd tot rust aan te manen. Af en toe wierp ik een rustige gedachte tussen het getrappel in, in de hoop dat het ze wat zou ophouden. Misschien wel doen stoppen. Ik dook diep in mijn geheugen en probeerde mooie momenten op te vissen. Maar het hielp geen zier. Telkens ik aan de oppervlakte verscheen met zo'n kleine parel in mijn handpalmen kwamen onmiddellijk honderden kleine voetjes aangedenderd. In een rotvaart trappelden ze over mij en mijn vondst heen en terwijl ze de bocht ingingen hoorde ik hun ijle stemmetjes nog nazinderen.
"Die tekst moest al lang terug zijn."
"Morgen zeker niet vergeten die correcties door te geven."
"...."
Abonneren op:
Posts (Atom)