Kruiwagentje
"En bedankt om te komen", glimlacht ze terwijl de liftdeur sluit en haar opnieuw naar het vijfde verdiep zoeft.
Op het moment dat ze verdwenen is, glijdt de vastgeschroefde glimlach van mijn gezicht. Ik weet hoe ik er nu uit zie. Twee ogen die vuur schieten, een grimmige trek rond mijn mond en bliksemschietende donderwolken boven mijn hoofd. Zo voel ik me toch. Ik slik de neiging om de liftdeur een harde trap te verkopen in en loop door het lange gangenstelsel naar de uitgang.
Stilletjes mompelend geef ik mezelf een uitbrander.
"Ben je nu trots op jezelf. Heb je dan geen ruggegraat? De volgende keer regel je het maar via mail of telefoon. Maar dit doe je niet meer."
Hard bonkend stamp ik door de gang naar buiten. De frisse buitenlucht doet geen deugd. Ik prop de dopjes van mijn minidisc in mijn oren en probeer het beeld te verdringen. Kruimel als een kruiwagentje waar iedereen vol hartelust mee kan rondrijden en vrolijk fluitend kan volstapelen.