maandag 5 april 2004

Tijdmachine #2
*plof*
Een ijl rookpluimpje stijgt op waar daarnet de tijdmachine nog stond. Bijna onmerkbaar kruipt een kleine rilling langs mijn ruggengraat omhoog. Ik schud even met mijn hoofd en haal diep adem.
“Oké, groen gras, een blauwe lucht en een bos”, som ik op. Mijn stem kaatst door de bomen. “Maar waar ben ik? Niets wijst op een specifieke tijd.” Ik haal het lijstje opnieuw voor mijn ogen en tel af.
“De ijstijd lijkt me uitgesloten en Mars zal ook wel iets kaler zijn dat dit hier, maar voor de rest kan ik overal terecht gekomen zijn.” Mijn woorden worden overstemt door een oorverdovend geschal. Ik spits mijn oren loop voorzichtig het bos in, op het geluid af.

Takken kraken onder mijn voeten als ik dieper het bos in loop. Het geschal is verdwenen, maar een monotoon gedreun wordt luider en luider. Lichtflitsen flikkeren tussen de bomen. Ik laat me op mijn buik zakken en schuif langzaam dichter naar het gedreun. De lichtflitsen krijgen meer vorm. Menselijke gedaantes denderden voorbij. Door de bladeren wriemel ik me een weg naar een grote struik en duik eronder. Bijtend op mijn lip loer ik tussen de onderste bladeren door. Daar, op minder dan een meter marcheert een hele stoet ridders voorbij. Glanzende maliënkolders, puntige speren en wapperende vlaggen. Het hele pakket. Ik voel de aarde daveren terwijl ze voorbij rijden en duik wat dieper tussen de struiken.

Midden in de stoet rijd een blauwgroene koets. Een hand in een witte handschoen gestoken hangt uit de raamopening en wiegt mee op het ritme van wiebelende koets.
Een van de ruiters maakt zich los uit de stoet en draaft naar de koets. Hij houdt zijn paard in en mompelt wat tegen de passagiers in het donkere gevaarte. De witte handschoen fladdert op en neer en verdwijnt dan naar binnen.
“Halt!”, hoor ik een rauwe stem brullen en eensklaps staat de hele karavaan stil. De deur van de koets draait open en ik zie hoe een witte schoen aarzelend het bovenste trapje zoekt.
Met mijn adem ingehouden schuif ik op mijn ellebogen wat verder naar voor. Ik tuur tussen de onderste blaadjes door. Zilverkleurige rokken verschijnen in de deuropening en één ruiter ondersteunt voorzichtig de hand in de witte handschoen. Ik kruip nog wat verder naar voor, maar ineens schuif ik opnieuw naar achter. Twee handen klemmen zich rond mijn enkels en trekken me diep de struiken in. Ik kijk geschrokken achter me, maar zie niets. Een hand vouwt zich rond mijn mond en smoort mijn gil.
“Beweeg je niet!”, sist een stem in mijn oor.
Werk
Een kleine week ziek en een kleine week vakantie zorgen voor een acute ritmestoornis. Lang slapen tot laat in de nacht lezen. De hele dag eigenlijk niets doen en steeds was ik me vaag bewust van heel wat werk dat nog moest gedaan worden. Als pesterige vliegen zoemden ze rond mijn hoofd.
"Jammer dat het voorbij is?", vroeg lief zondagavond laat.
"Neen", schudde ik. "Eigenlijk wel een beetje blij."
Een wekker in de vroege morgen en één uurtje op mijn werk. Dat was voldoende om me er weer middenin de realiteit te keilen. Wat miste ik ook al weer?

dinsdag 30 maart 2004

Tijdmachine
Er was heel wat gezoem en heel wat rook. Zomaar uit het niets. Zoemen en rook uit het niets ben ik niet gewoon, maar wat met een plop opeens midden in mijn bureau stond nog minder. Een zilverglanzende kabine. Een lift zo uit zijn liftschacht geplukt, hier vlak voor mijn bureau. Ik wuif de rook weg en schuif mijn bureaustoel wat naar achter. Aan het blinkende gevaartje hangt een kaartje van Zwever

"Met deze tijdmachine kan je door de tijd reizen. Terug in de tijd of juist vooruit in de tijd of je kan het ietsje dichter bij huis houden. Gebruik je fantasie en je zal niet weten wat je overkomt. Het enige nadeel is dat de tijdmachine een keuzemenu heeft. Kies er één uit en laat de tijdmachine je erheen brengen. Natuurlijk verwacht ik een uitgebreid verslag.

Na je reis moet je een nieuwe bestemming aan dit lijstje toevoegen:
-Naar de planeet Mars
-Naar de Middeleeuwen
-Naar het jaar 3004
-Een weekje geleden
-Naar het Sprookjesbos
-Naar Zweinstein Hogeschool voor Hekserij en Hocus Pocus
-Naar het Paradijs
-Naar de IJstijd
-Naar de Ming Dynasie
-Naar Woodstock 1969

Kies nu een bestemming, ga in de tijdsmachine staan, wacht tot je *plop* hoort en geniet."


Ik ga in de machine staan en bestudeer het menu. Waar wil ik heen. Ik loop met mijn vinger het rijtje af. "Laat ik mezelf eens verrassen", denk ik en laat het wieltje met mijn ogen dicht rondjes ratelen en wacht af ... .
Plots produceert het gevaarte een zoemend geluid. De kabine begint te trillen en voel ik duizende kriebels langs mijn ruggegraat lopen.
*plop*
Ik open één oog en kijk naar buiten. "Waar ben ik?", mompel ik zachtjes. Voorzichtig stap ik uit de kabine. Het ziet er op het eerste zicht allemaal normaal uit. Groen gras, bomen en een blauwe lucht. Achter me hoor ik een bliepje. "Wanneer wenst u terug te keren?", licht een rood schermpje op. Ik laat mijn vinger boven het toetsenbord zweven en zie uit mijn ooghoeken maandag blinken. Maandag dan maar ... . Ik druk de toets in en met een plop is de tijdsmachine verdwenen.