woensdag 2 juni 2004

Dansje
De ruwzachte stem van Admiral Freebee kringelt mijn bureau binnen. Ik rol mijn stoel naar achter, wandel met mijn pen in mijn mond naar de radio en draai het volume open.
Mijn ogen dwalen over de tekst in mijn hand, mijn pen krabbelt verbeteringen en ik wieg heen en weer in het midden van mijn bureau.
Tijdens mijn lievelingsstukje draai ik een rondje en nog eentje. Met wiegende heupen en lalala meeneuriënd.
Als de presentator het lied afkondigt kijk ik door het raam en zwaai vrolijk naar de geamuseerd-kijkende meneer op de fiets.

dinsdag 1 juni 2004

Lief
We bonden opnieuw de wieltjes onder. Werkten onszelf de straat uit, richtig velden waar zestien wieltjes in een steeds gelijkgestemder ritme door de slingerpaadjes tussen de velden laveerden.
Hij voorop, af en toe ietwat onzeker. Ik rustig achter hem.
We rolden door een volmaakte prentkaart, door een cliché met de hoofdletter C. Ondergaande zon, oranjegekleurde hemel, een zwerm vogels aan de horizon en een zacht briesje die ons een duwtje in de rug gaf.
Lief draaide zich om, grijnsde breed, stuntelde eventjes over een steentje, wiebelde vervaarlijk maar bleef rechtop. Hij schudde even de schrik af en rolde verder.
Ik keek hem na. Zijn lange lijf balancerend op acht wieltjes.

zondag 30 mei 2004

Waar zit je?
"Een echte pageturner", belooft de cover. Ik lees de woorden ietwat sceptisch en nestel me met het boek in een knusse tuinzetel.
Vanaf de eerste pagina ben ik meegezogen in het verhaal. Ik ben terug in het Louvre in Parijs en volg de personages op de voet. De zon maakt rustig een boog aan de hemel, het niveau in mijn fles water daalt, de katten nestelen zich op mijn voeten.
Alle drie schrikken we op als de voordeur dicht slaat.
Lief loopt de keuken binnen en kijkt zoekend rond.
"Waar zit je?", roept hij.
"Ergens tussen pagina 250 en 300", roep ik terug.
Iets in zijn blik zegt me dat het niet dat was wat hij gevraagd had.