Aan de Nederlandse lezers,
Af en toe lees ik het nog wel ergens, maar "besodemieteren" gebruiken jullie dat woord nog?
vrijdag 4 juni 2004
woensdag 2 juni 2004
Dansje
De ruwzachte stem van Admiral Freebee kringelt mijn bureau binnen. Ik rol mijn stoel naar achter, wandel met mijn pen in mijn mond naar de radio en draai het volume open.
Mijn ogen dwalen over de tekst in mijn hand, mijn pen krabbelt verbeteringen en ik wieg heen en weer in het midden van mijn bureau.
Tijdens mijn lievelingsstukje draai ik een rondje en nog eentje. Met wiegende heupen en lalala meeneuriënd.
Als de presentator het lied afkondigt kijk ik door het raam en zwaai vrolijk naar de geamuseerd-kijkende meneer op de fiets.
De ruwzachte stem van Admiral Freebee kringelt mijn bureau binnen. Ik rol mijn stoel naar achter, wandel met mijn pen in mijn mond naar de radio en draai het volume open.
Mijn ogen dwalen over de tekst in mijn hand, mijn pen krabbelt verbeteringen en ik wieg heen en weer in het midden van mijn bureau.
Tijdens mijn lievelingsstukje draai ik een rondje en nog eentje. Met wiegende heupen en lalala meeneuriënd.
Als de presentator het lied afkondigt kijk ik door het raam en zwaai vrolijk naar de geamuseerd-kijkende meneer op de fiets.
dinsdag 1 juni 2004
Lief
We bonden opnieuw de wieltjes onder. Werkten onszelf de straat uit, richtig velden waar zestien wieltjes in een steeds gelijkgestemder ritme door de slingerpaadjes tussen de velden laveerden.
Hij voorop, af en toe ietwat onzeker. Ik rustig achter hem.
We rolden door een volmaakte prentkaart, door een cliché met de hoofdletter C. Ondergaande zon, oranjegekleurde hemel, een zwerm vogels aan de horizon en een zacht briesje die ons een duwtje in de rug gaf.
Lief draaide zich om, grijnsde breed, stuntelde eventjes over een steentje, wiebelde vervaarlijk maar bleef rechtop. Hij schudde even de schrik af en rolde verder.
Ik keek hem na. Zijn lange lijf balancerend op acht wieltjes.
We bonden opnieuw de wieltjes onder. Werkten onszelf de straat uit, richtig velden waar zestien wieltjes in een steeds gelijkgestemder ritme door de slingerpaadjes tussen de velden laveerden.
Hij voorop, af en toe ietwat onzeker. Ik rustig achter hem.
We rolden door een volmaakte prentkaart, door een cliché met de hoofdletter C. Ondergaande zon, oranjegekleurde hemel, een zwerm vogels aan de horizon en een zacht briesje die ons een duwtje in de rug gaf.
Lief draaide zich om, grijnsde breed, stuntelde eventjes over een steentje, wiebelde vervaarlijk maar bleef rechtop. Hij schudde even de schrik af en rolde verder.
Ik keek hem na. Zijn lange lijf balancerend op acht wieltjes.
Abonneren op:
Posts (Atom)