dinsdag 6 juli 2004

Verlanglijstje
"Wat heb jij daar?"
Ik kijk verbaasd op van mijn boek. Lief staat in de woonkamer en wijst beschuldigend.
"Ik?"
"Ja, wat heb jij daar in je handen"
"Een boek", zeg ik en kijk voor de zekerheid nog eens. "Een boek", herhaal ik nog eens.
"Ja, een boek. Dat zie ik ook wel. Het gaat me om de titel."
Ik draai de flap naar me toe.
"De man die glimlachte", spel ik.
"En dat ben je nu aan het lezen."
"Vandaar dat ik er mee in mijn handen zat."
"Waar haal je dat boek vandaan?"
Zijn stem wordt dreigender.
"De bibliotheek?" Het klinkt bijna als een vraag.
"Waarom nam je dat mee?"
"Ik wilde het graag lezen en het lag bij de te ontlenen boeken", antwoord ik. "Is dat zo erg?"
"Ga je het uitlezen?"
"Het is bijna uit."
Lief gooit zijn armen in de lucht en stampt de trap op.
Ik hoor hem morrelen over een verlanglijstje.

Zuchtend haal ik mijn schouders op en lees verder. Gekke Lief. Tot opeens.
Verlanglijstje ...
Mijn verjaardag ...
Mijn verjaardagsverlanglijstje ...
Met daarop "De man die glimlachte"

Boven graaft Lief grommend in zijn kast op zoek naar het aankoopbewijs.
"Kan ik het weer gaan ruilen."

maandag 5 juli 2004

Heb jij dat ook?
Ik had een tekst herschreven. Heel erg leuk herschreven, maar om één of andere reden is ie verdwenen.
"De computer heeft hem opgegeten", zei hij met een sip gezicht.
En of ik die tekst alsjeblieft, alsjeblieft opnieuw wilde herschrijven. Net zo leuk als de vorige keer.

Het lukt me niet ...
Hinderlaag
"Go! Go Go!", schreeuwt de teamleider en hij duwt iedereen uit het basiskamp.
Ik hol gebukt naar een autowrak wat verder. Mijn voeten maaien door het mulle zand, kogels fluiten rond mijn oren. Een schampt af op mijn schouder.
De laatste meter laat ik me glijden en kruip op mijn buik tot achter het wrak.
"Geef me dekking", roept één van mijn ploegmaats nog voor hij naar voor spurt. Ik duik om de hoek en vuur een salvo af. Net voor ik terug achter de wielen duik zie ik hoe mijn ploegmaat vol op de borst getroffen word en in het zand valt.

Met mijn geweer tegen me aan druk ik me opnieuw tegen het wrak. Ik hoor hoe de kogels op het ijzer inslaan.
Ik probeer rond me te kijken, maar mijn zicht wordt troebel en ik krijg het benauwd. Kogels fluiten boven mijn hoofd.
Ongemakkelijk schuif ik heen en weer op mijn knieën. De kogels komen van steeds dichter.

"Weg! Ik moet hier weg!", flitst het door mijn hoofd, maar is zie nog amper iets. Ik sluit mijn ogen, haal diep adem en duw mezelf tegen het wrak af. Mijn voeten ploegen door het zand, ik zie kogels aan mijn voeten inslaan. Ik duik naar een grote stapel autobanden en verschans me daar.

Het wordt stil. Op mijn hurken probeer ik boven de banden uit te kijken. Ik zie niets, niemand. Donkere vlekken dansen voor mijn ogen. Ik krijg geen zuurstof meer. Mijn masker knelt. Mijn ogen tranen. Ik voel hoe mijn benen trillen.
Opeens hoor ik achter me iets schuiven. Ik draai me om en zie vanuit mijn ooghoeken de loop van een geweer. Ik probeer nog weg te duiken, maar drie kogels raken me vol op mijn achterhoofd.
Pets! Pets! Pets! Het is afgelopen voor mij.

Een fluitsignaal snerpt door de loods.
"De laatste van groen is geëlimineerd", roept de marchal. "Iedereen terug naar de veiligheidszone en hou jullie veiligheidsmaskers op tot je daar binnen bent."
Ik hijs me recht en haast me naar binnen. De verf druipt van hals naar mijn rug.
Paintball is niet mijn spel.