zaterdag 24 juli 2004

Eergisteren
Met vieren stonden we onder een klein Hema-parapluutje gedrumd. Een vijfde stond in de regen te dansen. Druppels spetterden in het rond terwijl hij met zijn hoofd schudde en met zijn armen door de lucht zwaaide.
"Gaat het?", vroeg de middenste die de paraplu krampachtig in de lucht hield en zich zo klein mogelijk maakte.
Dikke regendruppels pletsten op het parapluutje open, lieten zich naar beneden glijden en drupten gestaag op onze ruggen.
Op de tonen van In de fik liet ik mijn droog plekje voor wat het was en ondernam een poging om tussen de regendruppels door te dansen. Een poging die jammerlijk mislukte.
Op de tonen van Min Moaten walste een regendruppel door mijn pull en T-shirt, gleed zachtjes en tenenkrullend koud van mijn nek naar mijn onderrug.
Op de tonen van Bjistje in min uoft bleek dat die ene druppel slechts een voorhoede was en nam ik me heilig voor om de volgende keer zelf een paraplu mee te brengen.

woensdag 21 juli 2004

To do

Lui
De dagen beginnen traag. 's Morgens piep ik voorzichtig van onder mijn dekbed om te kijken of de dag al rijp genoeg is om mijn tanden in te zetten.
Ik kampeer in mijn eigen huis, op mijn eigen bed. Met een boek, wat muziek en tikkende regen op de ramen waan ik me op een klein eiland. De fijne stof van de kalamboe wiegt zachtjes op en neer.
De katten knijpen lijzig met hun ogen als ze me op bed opgekruld zien liggen. Ik kriebel even achter Wiebes oor. Ze spint en knijpt weer haar ogen dicht.
Dat nietsdoen, ik krijg het snel onder de knie.