De spits eraf
Het dwarrelende stof snijdt mijn adem af. Miljoenen deeltjes dansen door het zonlicht en dwarrelen de keuken binnen. Alles is grijs en rood. Grijze brokken beton en rode bakstenen liggen op een gigantische hoop. Boven dat alles. Stof, stof, stof.
Dit was de badkamer. Nu niet meer dan vier kale muren en een hoop stenen.
Ergens tussen het gruis, een tegeltje met een zalmkleurig bloemetje. Ik plant mijn voet op het kleine stukje keramiek. De tegels die de vorige eigenaars uitkozen, vond ik altijd al vreselijk. Knars, hoor ik. Weg, denk ik.
Stof kleeft aan mijn wimpers, geeft een wrange smaak in mijn mond. Stof plakt in mijn haar en verstopt mijn neus. Mijn benen bloeden van rondvliegende stukjes glas die mijn schenen schampten. In helderrode stroompjes banen ze hun weg naar beneden. Maar niets van dat alles kan me deren, de spits is eraf. Het kan alleen maar beter worden en binnenkort was ik al het resterende stof weg in waar de hele verbouwing om draait. Een bad! Eindelijk!