vrijdag 6 augustus 2004

Besluiteloos
Hij is net als de windhaan boven op de kerktoren. Of beter, een supergevoelige windhaan boven op de kerktoren. Hij verandert van besluit telkens de wind van richting verandert. Van ja, naar misschien, over toch, naar neen. Elk besluit vergt een parcours van vooruit, terugkeren, heroverwegen, even pauzeren, nog eens bekijken. Een ja van daarnet is nu een neen, maar ondertussen goed onderweg om een misschien als ... te worden.
Met een weekend in zicht waar niets aan onze badkamer kan gedaan worden wil ik even de rotzooi ontvluchten. Het stof laten wegblazen en mijn oren wat rust geven van het kabaal van de afgelopen week. Met de tent drie dagen een tikje naar het zuiden afzakken. Wandelen langs grote kliffen, golven over mijn tenen laten rollen. Hij wikt en weegt. Bekijkt het lijstje van wat in de koffer mee moet en zucht. Ik bid voor wat windstilte en pak ongemerkt verder in.

donderdag 5 augustus 2004

Verlummelen

ver·lum·me·len (ov.ww.)
1 (de tijd) verbeuzelen => verdoen

doelloos rondjes surfen
mijn voetstappen achterna zitten in het stof
nog maar eens de keuken vegen

een mens moet iets .... .
*bloep*
Tussen vier kale muren, op een kapot gedeukte vloer, in een badkamer zonder deur staat ons lang verwachte bad. Vreemd helder wit, tussen grijze muren en hoopjes ondefineerbaar rood en zwart. Een rustieke omgeving noemde Grote Kleine Broer het. Ideaal om het stof van de dag weg te wassen.

"Kan ik deze avond al?", vraag ik Lief.
"Wat?"
"In bad."
"Neen, het water is nog niet aangesloten."
In de hoek blinken twee emmers. Twee stappen verder de gootsteen van de keuken. Eén keer raden waar ik deze avond dobber.