Onderduiken
Ergens tussen het inpakken van mijn zwemtas en het moment dat op mijn fiets stapte protesteerden mijn spieren.
"Neenneenneen", klonk het uit mijn schouder. "Genoeg voor vandaag. Wij willen rust. We willen in bad ronddobberen of in de zetel liggen, maar we willen geen baantjes trekken."
"Jongens, alsjeblieft", kreunde mijn overvolle hoofd. "Ik wil zo graag op en neer zwemmen en eventjes aan niets denken."
"En wij wel weer werken", morden ze maar mijn benen maalden braafjes hun rondjes op de pedalen.
Het zwembad glinsterde uitnodigend en was zalig rustig. In baan één dobberden twee omaatjes wat aan de zijkant. Voor de rest niets. Voorzichtig gleed ik het water in .
"Mmmm", zuchtten alle spieren in koor. "Gewichtloos", maar zodra ik afzette klonk er gemor. Mijn schouders steunden, mijn benen mopperden en mijn armen klaagden bij elke slag. Mijn hoofd daarentegen voelde zich frisser en frisser met elk golfje water dat opspatte. Tot het vierde baantje...
Opeens verscheen vlak voor mijn neus een wirwar van benen.
"Jongens, vijf minuten watertrappelen", brulde een trainer vanaf de rand.
De benen gingen nog wilder trappen. Veel benen, verspreid over vier banen. Er was geen doorkomen meer aan.
Vloekend zwom ik naar de het plens- en spettergedeelte. Verbeten slalomde ik tussen de spelende kinderen door, tot na een "pas op" het tienerbommetjes regende vanaf de duikplank. Verbaasd keek ik om me heen. Het leek alsof een complete basisschool op het zwembad was losgelaten.
"Stomme, verspilde zwembeurt", gromde ik, toen ik een kwartier later afgedroogd en aangekleed terug naar mijn fiets stampte.
"Zeiden we toch al", gniffelden mijn spieren.