maandag 30 augustus 2004

Over papieren bootjes en vliegertjes
'En?', vraagt iedereen. 'Hoe gaat het?'
'Leuk. Druk, maar ik heb het graag druk. Net wat ik wilde', antwoord ik dan. Over die vouwen zwijg ik nog. Over hoe ik van een papieren bootje, een papieren vliegtuigje werd. Andere taken, andere doelen, ....

En toch blijven de oude plooien zichtbaar.
In mijn mails.
In mijn iets te plots een kantoor binnenvallen.
Aan mijn aarzeling als de telefoon rinkelt. Een honderste van een seconde om mezelf aan de nieuwe stoel waar ik op zit te herinneren, voor ik de telefoon opneem. Zodat ik niet per ongeluk de verkeerde naam noem.

Ik probeer mijn oude plooien zachtjes wat glad te strijken.
Zodanig glad dat ik mooi in mijn nieuwe vorm blijf zitten, maar niet te glad, want ik vind het wel fijn om ze bijna onmerkbaar toch mee te nemen.
Addict
Omdat het kouder wordt buiten
Omdat er toch niets op tv is
Omdat ik hard gewerkt heb
Omdat de Belgen drie Olympische medailles wonnen
Om het weekend af te sluiten
Om de werkweek te beginnen
Omdat ik me wat sip voel
Om te vieren
Om mezelf op te beuren
Om ongestoord mijn boek te kunnen lezen

Nu we eindelijk een bad hebben is elke reden goed genoeg om te dobberen. Ik zet me schrap voor de komende waterrekening.

vrijdag 27 augustus 2004

Onderduiken
Ergens tussen het inpakken van mijn zwemtas en het moment dat op mijn fiets stapte protesteerden mijn spieren.
"Neenneenneen", klonk het uit mijn schouder. "Genoeg voor vandaag. Wij willen rust. We willen in bad ronddobberen of in de zetel liggen, maar we willen geen baantjes trekken."
"Jongens, alsjeblieft", kreunde mijn overvolle hoofd. "Ik wil zo graag op en neer zwemmen en eventjes aan niets denken."
"En wij wel weer werken", morden ze maar mijn benen maalden braafjes hun rondjes op de pedalen.

Het zwembad glinsterde uitnodigend en was zalig rustig. In baan één dobberden twee omaatjes wat aan de zijkant. Voor de rest niets. Voorzichtig gleed ik het water in .
"Mmmm", zuchtten alle spieren in koor. "Gewichtloos", maar zodra ik afzette klonk er gemor. Mijn schouders steunden, mijn benen mopperden en mijn armen klaagden bij elke slag. Mijn hoofd daarentegen voelde zich frisser en frisser met elk golfje water dat opspatte. Tot het vierde baantje...

Opeens verscheen vlak voor mijn neus een wirwar van benen.
"Jongens, vijf minuten watertrappelen", brulde een trainer vanaf de rand.
De benen gingen nog wilder trappen. Veel benen, verspreid over vier banen. Er was geen doorkomen meer aan.
Vloekend zwom ik naar de het plens- en spettergedeelte. Verbeten slalomde ik tussen de spelende kinderen door, tot na een "pas op" het tienerbommetjes regende vanaf de duikplank. Verbaasd keek ik om me heen. Het leek alsof een complete basisschool op het zwembad was losgelaten.

"Stomme, verspilde zwembeurt", gromde ik, toen ik een kwartier later afgedroogd en aangekleed terug naar mijn fiets stampte.
"Zeiden we toch al", gniffelden mijn spieren.