woensdag 8 september 2004

Bang, boos, blij
Boos: Op de rode Volvo die aan een slakkengangetje tufte daar waar er best een hazensprintje mocht.
Bang: Als de rode Volvo zijn gaspedaal ontdekt net op het moment dat ik hem wil inhalen en ondertussen op het andere vak een vrachtwagen opdoemt.
Blij: Er bestaat nog zoiets als rempedalen en snelle reflexen.

maandag 6 september 2004

Bij nader inzien...
Ik klem mijn handen rond de handvaten, knijp mijn vuisten samen tot mijn knokkels bijna wit worden. Mijn ogen zijn dichtgeknepen, maar elke vezel in mijn lijf zegt dat dit me in meer dan onnatuurlijke positie bevind. Ik tuimel naar voor en voel mijn gewicht op mijn schouders drukken. Tegen beter weten in loer ik tussen mijn wimpers door. De grond zakt steeds dieper onder me weg.
“Ik wil toch niet”, prevel ik. “Ik wil eruit. Nu!”
Ik probeer me om te draaien. Me uit het zitje te wringen.
“Bij nader inzien, heb ik hier toch geen zin in”, roep ik.
Lief draait zich grijnzend naar mij.
“Te laat”, schreeuwt hij op het moment dat de rollercoaster zich naar beneden stort.
Goeiemorgen
De zon gloeit warmoranje op aan de horizon. Mistflarden dobberen boven de velden, geven de zonnestralen een troebele waas. In de verte sjokken vier koeiesilhouetten de weide op. Ik tel de kerktorens, zing mee met de radio. "Destination zero". Elke morgen ben ik even in de waan dat ik gewoon op weg ben, nergens heen.
Elke morgen rijd ik door een prachtig stukje middle of nowhere. Mijn beste begin van de werkdag tot nu toe.