dinsdag 14 september 2004

Regendruppels
Ik trek het rolgordijntje omhoog zodat ik de regendruppels langs het raam kan zien glijden. Een auto rijdt zoevend door een grote plas. Een fieters schudt vloekend de extra hoos druppels van zich af. Ik pik een druppel uit en volg hem tot ie op de vensterbank uiteen spat. Ik hou ervan om te werken terwijl de regen tegen het raam roffelt.
Het is weer om je met een deken en een boek in de zetel te nestelen. Om met een kom zelfgemaakte popcorn op schoot naar die film te kijken die al weken op de video ligt. Om warme pantoffels uit de kast op te diepen.

Ik kijk uit naar het einde van de werkdag, wanneer ik zelf door de druppels heen naar huis mag rijden en me even kan laten natregenen op weg van de auto naar de deur. Om me dan als een hond droog te schudden in de gang.

maandag 13 september 2004

Mijmerdoos
“En dit hier?”, vraagt Lief terwijl hij in de kartonnen doos grijpt. “Dit mag weg, niet?.” In zijn hand houdt hij een bestoft zwart porseleinen varkentje.
“Neen”, roep ik en gris het uit zijn handen. “Dat was mijn eerste spaarpotje. Die verkoop ik niet op de rommelmarkt.” Ik leg het voorzichtig in een doos naast me, tussen grote stapels wenskaartjes en enkele vergeelde, volgekrabbelde schriftjes.
Lief zucht en laat zich op zijn knieĆ«n zakken. Hij rommelt wat verder in de doos naast zich. “Weet je. Als je alles wilt houden, schieten we niet echt op.”
Ik wijs naar de drie dozen die volgepakt in de gang op een stapeltje staan. “En die dan.”
“Bijna allemaal mijn spullen”, murmelt hij tussen zijn tanden.
“Wat wil je hier mee doen?” Hij houdt mijn oude schooltas in de lucht.
“Houden!”
“En dit?”, vraagt hij terwijl hij met het verkleedkostuum van mijn 100 dagen voor mijn neus zwaait. “Wat is dit trouwens?”
“Iets wat we houden”, roep ik en trek het snel uit zijn handen. “Jij wilt al mijn herinneringen in de vuilnisbak proppen.”
Ik trek een andere doos dichter bij me en grabbel tussen zijn spullen.
“Wat doen we hier mee?”, grijns ik. Tussen mijn duim en wijsvinger bengelt een klein kinderuurwerkje. De bandjes helemaal afgesleten, maar het wijzerplaatje nog helemaal intact. “Weggooien? Want daar pas je toch niet meer in.”
Lief kijkt het uurwerkje met een vreemde blik aan. “Ja, gooi maar weg”, zegt hij en draait zich snel om. Voorzichtig laat ik het bij mijn spaarpot, schooltas en verkleedkostuum glijden.
Met zwarte stift schrijf ik op de zijkant: “Mijmerdoos Kruimel en Lief”

donderdag 9 september 2004

Overdosis
Opeens beginnen de lettertjes aan een vrolijke wals. Ze grijpen hun bolletjes en stokjes bijeen en krullen rondjes over de bladzijde. Ik probeer met mijn ogen bij te houden. De groepjes letters te overzien. Ik probeer woorden te herkennen in hun wriemelende geheel, maar de lettertjes gaan steeds harder rondjes draaien.
Ik knijp even mijn ogen dicht en wrijf over mijn slapen. Als ik terug kijk staat elke letter weer waar hij staan moet. Onbeweeglijk en kaarsrecht.

Het kan toch, teveel lezen.