donderdag 27 januari 2005

Auw #3
Een stokje van Herman. Alleen maar omdat het een gedichtendagstokje is, ...

Wie het stokje ontvangt, copieert deze regels, plaatst dit op zijn blogje en voegt er nog 1 zelfverzonnen regel bij. Bij het stokje vind je alle instructies hoe je het moet doorgeven.

Ik ben vannacht verdronken
je hebt het misschien niet gemerkt

Ik gooi het door naar Twweet. Zachtjes, voorzichtig, als ze het wil vangen.



Koud hebben,blauwe vingers van de wind die door de plinten giert. Kippevel en bibberende, blauwe lippen door een verwarmingsketel die er de brui aan gaf. Het zo koud hebben, dat je om de tien minuten om koffie gaat. Niet om op te drinken, maar om je trillende handen om te vouwen.
Maar dan moet je een eindje fietsen in de koude buitenlucht. Goed doorfietsen, de pedalen duizelingwekkende rondjes laten draaien. Vlug heen en terug, hup naar binnen, alles is warmer dan hier buiten. Om dan puffend en zwetend je jas uit te trekken, samen met je sjaal. Om met rode wangen terug op je bureaustoel te ploffen en toch je trui uit te trekken. Oververhit, zalig warm, tintelende vingers en oren. Heel even
Gedichtendag 2005
Sla een poëziebundel open op een willekeurige plaats. Zoek op een site op een toevallig trefwoord. Er is zoveel moois te vinden, zelfs als je er niet naar op zoek bent.

Zij

Wij doen ondeelbaar, hart aan hart,
maar wij slapen ieder onze nacht.
Haar lichaam ademt in mij voort
en binnen word ik weggedacht.

Woont daar iemand die bestaat
als zij zich sluit? Alles is
zo denkbaar in dit hoofd, ik raak er niet uit.

Ik ken haar enkel in mijn armen
zij houdt mij eeuwig op de tast.
Zij slaapt en wie is zij
die morgen weer in alles past?

Bernard Dewulf