vrijdag 28 januari 2005

Na het theater
Wat ik zag toen ik de schouwburg uit liep, kon je nog moeilijk regen noemen. Een stortvloed aan regendruppels, een garantie op doorweekte kleren . En koppig, want hoelang ik ook bleef staan, wachtend tot de bui overtrok, het bleef gieten.
‘Jij je zin’, monkelend liep ik naar mijn fiets. In twee tellen doorweekt, in vijf tellen zo natgeregend dat ik niet meer erger kon. In tien tellen op het punt dat ik dacht ‘ik er alleen nog maar van kan genieten.’
Bijna voelde ik me een hoofdpersonage uit een ‘slice of life’ film. Fietsend, neuriĆ«nd, dromend door de verlaten straten. De maan spiegelde zich in de natgeregende kasseistenen. De regen roffelde op mijn hoofd, mijn schouders en benen. Mijn haar hing in natte slierten tegen mijn gezicht geplakt.
Bijna voelde ik me een hoofdpersonage uit een ‘slice of life’ film, toen slipte de achterband van mijn fiets…

donderdag 27 januari 2005

Gedichtendag 2005 #2

Eeuwigheid

Er zijn plekken
waar ik zonder glimlach
niet meer langs kan.
Ooit is daar een grap
verteld, een kus geroofd,
iets voor het eerst gedacht.
Ter hoogte van mijn oor,
bijvoorbeeld,
heb jij me op een nacht
beloofd dat eeuwigheid
een leugen is, maar dat het
daarom tussen ons niet
minder lang gaat duren.
Meer woorden waren er
niet nodig - een mond
spreekt van zichzelf al mooi
en huid heeft een geheugen.
Jij blijft mijn hals, mijn navel,
mijn holte van mijn knie
voor altijd bij.
Zonder glimlach kan ik
aan geen plek voorbij.

Bart Moeyaert
Auw #3
Een stokje van Herman. Alleen maar omdat het een gedichtendagstokje is, ...

Wie het stokje ontvangt, copieert deze regels, plaatst dit op zijn blogje en voegt er nog 1 zelfverzonnen regel bij. Bij het stokje vind je alle instructies hoe je het moet doorgeven.

Ik ben vannacht verdronken
je hebt het misschien niet gemerkt

Ik gooi het door naar Twweet. Zachtjes, voorzichtig, als ze het wil vangen.