maandag 14 februari 2005

Whodunit
Het personage verschijnt nog maar net op het scherm, heeft zijn eerste zin nog niet volledig uitgesproken of Lief veert al wat rechter in de zetel.
'Die daar. Ik ben het bijna zeker. Hij heeft het gedaan.' Met een wat zelfvoldane glimlach laat hij zich weer in de kussens zakken om de rest van de aflevering zijn theorie te staven.
'Neen', morrelt hij tegen de inspecteur die in zijn ogen teveel tijd spendeert aan een onterechte verdachte. 'Die moet je niet hebben. Het is toch glashelder.'
Ik nestel me wat dieper tussen de kussen en probeer tijdelijk doof te worden aan mijn linkeroor. Lief raadt graag. Wil de inspecteurs, politieagenten en detectives voor zijn om de dader bij de kraag te vatten. Ik drijf liever mee op het verhaal en zie wel bij welke dader het plot me uiteindelijk brengt.
Hoog tijd om dat tweede televisietoestel in gebruikt te nemen of minstens voor een oordopje in mijn linkeroor.

donderdag 10 februari 2005

Nieuwe auto
Hij laat de sleutelhanger van de autosleutel door zijn vingers glijden 'Daag, nieuwe auto.' zucht hij. 'Het was fijn om met jou te rijden. Zonder krassen, zonder deuken, zonder afgesprongen wieldoppen, ... . Ik hoop dat ik je heelhuids terugzie.' Hij kijkt grinnikend in mijn ogen en legt de sleutels in de palm van mijn hand.
Ik lach terug, leg de sleutel op de kast en vis de autosleutel van ons oud autootje uit de lade. 'Tot deze avond', roep ik hem toe terwijl ik de deur achter me dichtsla.

'Omdat jij met de nieuwe auto mag rijden' is ondertussen een veelbeproefd argument voor het vuilniszakken buitenzetten, was ophangen, afwassen, kattenbakken kuisen, ... geworden.

woensdag 9 februari 2005

Boekbinden
Op papier leek het een lange avond. Drie uur, zonder pauze. Ik had wat mijn twijfels, terwijl ik mijn tas vulde, maar tussen de geplooide katernen, uitgewaaierde vellen handgeschept papier, potjes lijm en naaigaren leek de tijd zo door mijn vingers te glippen. Ik naaide katernen op linten. De naald danste op en neer en ik luisterde hoe het stil werd. Urenlang werd er niets gezegd. Het gedempte geluid van priemen die gaatjes prikken, draad die door papier geregen werd, en klem die wat extra werd aangeschroefd waren de enige geluiden die door het lokaal waaierden.
‘Lieve mensen’, zei de lesgeefster voorzichtig terwijl ze zich van haar kruk liet glijden. Ik keek op met vermoeide, prikkende ogen. ‘Het is half elf. De cursus is eigenlijk al een half uur afgelopen. Wie wil, mag nu echt naar huis gaan.’