Wat je vandaag moet doen...
Wees te vroeg.
Wandel over een leeg plein. Zonnestralen enkel voor jou en de duiven.
Zoek een leeg bankje.
Vis een boek uit je tas.
Stuur een sms-je:
Als je me zoekt, ik zit op een bankje in de zon.
Vergeet de wereld om je heen.
Overweeg een tweede sms:
Weet je wat, zoek me niet.
donderdag 25 augustus 2005
maandag 22 augustus 2005
Niet meer vermist
'Zwarte poes is terug!', smst één van de schilders die de ramen van papa's huis van een nieuw kleurtje voorziet.
'Laat haar binnen en maak alsjeblieft dat ze niet meer buiten raakt voor mijn ouders deze avond thuiskomen', stuur ik terug. Ik zit bijna te huppelen in de passagierszetel. Mijn carpoolcollega kijkt me vreemd aan.
'Lotto gewonnnen?'
'Neen beter.'
Voor een 17-jaar oude poes heeft ze een prima gevoel voor timing. Nu maar hopen dat ik haar niet doodknuffel deze avond.
'Zwarte poes is terug!', smst één van de schilders die de ramen van papa's huis van een nieuw kleurtje voorziet.
'Laat haar binnen en maak alsjeblieft dat ze niet meer buiten raakt voor mijn ouders deze avond thuiskomen', stuur ik terug. Ik zit bijna te huppelen in de passagierszetel. Mijn carpoolcollega kijkt me vreemd aan.
'Lotto gewonnnen?'
'Neen beter.'
Voor een 17-jaar oude poes heeft ze een prima gevoel voor timing. Nu maar hopen dat ik haar niet doodknuffel deze avond.
woensdag 17 augustus 2005
Verdwenen
Vijf avonden op een rij loop ik al rond in de tuin waar ik vroeger speelde. Ik roep, blijf roepen en hoop. Onze poes is verdwenen. 'Onze' niet als in: één van de twee exemplaren die thuis in de gordijnen hangen en me 's nachts wakker spinnen. Maar 'onze' als in: het beestje dat kwam aanwaaien toen ik tien was en al die jaren vastgeankerd leek aan het linkerhoekje van de grootste zetel.
Elke avond zoek ik door de tuin. Duw struiken opzij. Controleer het tuinhuis nog eens. Bel bij de buren aan. 'Niet gezien? Toch bedankt. Sorry, voor het storen.' Ik loop langs het bos, gluur in de beek en rijd teleurgesteld naar huis.
Het is een kat, maan ik mezelf aan. Een oude kat. Die dingen gebeuren.
Vastbesloten zweeft er een andere gedachte door mijn hoofd: het is mijn kat.
Vijf avonden op een rij loop ik al rond in de tuin waar ik vroeger speelde. Ik roep, blijf roepen en hoop. Onze poes is verdwenen. 'Onze' niet als in: één van de twee exemplaren die thuis in de gordijnen hangen en me 's nachts wakker spinnen. Maar 'onze' als in: het beestje dat kwam aanwaaien toen ik tien was en al die jaren vastgeankerd leek aan het linkerhoekje van de grootste zetel.
Elke avond zoek ik door de tuin. Duw struiken opzij. Controleer het tuinhuis nog eens. Bel bij de buren aan. 'Niet gezien? Toch bedankt. Sorry, voor het storen.' Ik loop langs het bos, gluur in de beek en rijd teleurgesteld naar huis.
Het is een kat, maan ik mezelf aan. Een oude kat. Die dingen gebeuren.
Vastbesloten zweeft er een andere gedachte door mijn hoofd: het is mijn kat.
Abonneren op:
Posts (Atom)