dinsdag 18 oktober 2005
'Ze komt net uit bad', hoor ik Lief zeggen in de gang. Ik zit tegen de verwarming op mijn rode zitkussen, een oude slobberpyjama en mijn natte haren in een handdoek gewikkeld.
'Geen probleem', antwoordt de vaag bekende stem en zijn stappen klossen de woonkamer binnen.
'Goeieavond, fris gewassen zie ik!' Vlak bij de zetel staat de freelancer die al vier maal vroeg of hij bij ons niets kon doen. Nu - om 21u30 - vraagt hij het voor de vijfde keer.
'Het spijt me Henk. Ik heb je gegevens doorgespeeld aan de verantwoordelijk. Zij zou contact met jou opnemen.'
Hij laat zich in de zetel zakken. Pijnlijk bewust van mijn oude slobberpyjama en natte haren in een handdoek sta ik recht en loop naar de deur.
'Ik vraag het haar morgen nog eens.'
'Oké, bedankt.' Hij nestelt zich dieper in de zetel. 'Jullie wonen mooi hier. Was er veel werk aan het huis?'
Lief komt naast me staan en werpt me een hoe-krijg-ik-die-buiten-blik toe. We blijven rechtstaan en antwoorden kort. Maar Henk is van het koppige type met een onuitputbare voorraad aan vragen-om-het-gesprek-op-gang-te-houden.
Een half uur later kan Lief eindelijk de deur achter hem dichtslaan. Wat hem betreft zijn de freelance-kansen voor Henk verkeken.
'Een wit broodje, graag', bestel ik de volgende morgen bij de bakker. Ik wrijf de slaap uit mijn ogen en overloop in gedachten de dag die voor me ligt.
'Goeiemorgen. Lekker geslapen?' toetert een nu pijnlijk bekende stem in mijn oren.
Ik draai me om en merk Henks brede glimlach naast me op.
Als ik niet op mijn broodje had moeten wachten, was ik zo de bakkerij uitgelopen.
'Goed geslapen. Dankje.'
zaterdag 15 oktober 2005
Reddingsdienst
We zaten als twee verdwaalde toeristen op de vergadering. Uit ons bureau geplukt en op de twee stoelen neergepoot.
Collega die-en-die was verhinderd en iemand moest ons standpunt verdedigen.
Er viel weinig te verdedigen.
Er werden kilometerslange ommetjes rond het te verdedigen standpunt getrokken.
Het te verdedigen standpunt werd vakkundig uit de weg gegaan en hoe we ook probeerden, veel meer dan op onze stoel zitten en proberen het geheel in de juiste richting te duwen, konden we niet doen.
Stiekem viste ik mijn gsm uit mijn zak en smste 'Reddingsdienst gevraagd. Dringend!'.
Vijf minuten later werd er op de deur geklopt.'Kim, er is telefoon voor jou.'
In de gang leunde ik dankbaar tegen de muur.
'Is het zo erg?', vroeg mijn reddingsdienst-collega.
'Erger.'
Mijn gsm in mijn zak trilde. Ik opende het berichtje.
'Nice move', schreef mijn collega die alleen op de vergadering achtergebleven was.
We zaten als twee verdwaalde toeristen op de vergadering. Uit ons bureau geplukt en op de twee stoelen neergepoot.
Collega die-en-die was verhinderd en iemand moest ons standpunt verdedigen.
Er viel weinig te verdedigen.
Er werden kilometerslange ommetjes rond het te verdedigen standpunt getrokken.
Het te verdedigen standpunt werd vakkundig uit de weg gegaan en hoe we ook probeerden, veel meer dan op onze stoel zitten en proberen het geheel in de juiste richting te duwen, konden we niet doen.
Stiekem viste ik mijn gsm uit mijn zak en smste 'Reddingsdienst gevraagd. Dringend!'.
Vijf minuten later werd er op de deur geklopt.'Kim, er is telefoon voor jou.'
In de gang leunde ik dankbaar tegen de muur.
'Is het zo erg?', vroeg mijn reddingsdienst-collega.
'Erger.'
Mijn gsm in mijn zak trilde. Ik opende het berichtje.
'Nice move', schreef mijn collega die alleen op de vergadering achtergebleven was.
vrijdag 14 oktober 2005
Morgen en vandaag om middernacht
Om 23u56 schuif ik naast Lief onder de deken.
'Hoi', mompelt ie slaperig vanonder het dons.
'Hei', fluister ik terug. 'Het is toch nog vandaag geworden. Niet morgen zoals ik deze morgen zei.'
Lief draait zich om, trekt de deken op tot onder zijn kin.
'Maar zelfs als het morgen zou geweest zijn, was het toch vandaag.'
Ik wriemel me diep in het dekbekhol.
'Neen, het zou morgen geweest zijn.'
'Lieve Kruimel, het moment dat je naast mij onder de dekens schuift zal op dat moment altijd vandaag zijn.'
Ik geeuw en rol me op in een bolletje.
'Het is ondertussen al morgen.'
'Neen, het is opnieuw vandaag.'
Om 23u56 schuif ik naast Lief onder de deken.
'Hoi', mompelt ie slaperig vanonder het dons.
'Hei', fluister ik terug. 'Het is toch nog vandaag geworden. Niet morgen zoals ik deze morgen zei.'
Lief draait zich om, trekt de deken op tot onder zijn kin.
'Maar zelfs als het morgen zou geweest zijn, was het toch vandaag.'
Ik wriemel me diep in het dekbekhol.
'Neen, het zou morgen geweest zijn.'
'Lieve Kruimel, het moment dat je naast mij onder de dekens schuift zal op dat moment altijd vandaag zijn.'
Ik geeuw en rol me op in een bolletje.
'Het is ondertussen al morgen.'
'Neen, het is opnieuw vandaag.'
Abonneren op:
Reacties (Atom)