donderdag 20 oktober 2005

Bijna één jaar
Ik trek de paperclip die een 30-tal pagina's bijeen houdt los uit mijn Moleskine en blader door mijn woorden en zinnen van een jaar terug.
Ik lees wat ik toen schreef.
Hoe ik mezelf op papier oppepte.
Hoe ik mezelf motiveerde.
Hoe ik mezelf bleef overtuigen dat er niets aan de hand was.
Hoe ik mezelf bleef voorhouden dat het allemaal wel over zou gaan.
En tussen de regels: hoe slecht ik me in me vel voelde tussen mijn toen nieuwe collega's.

Carpoolcollega komt de parking opgereden en ik klap mijn notaboek dicht. De paperclip laat ik tussen mijn vingers glijden en ik kijk hoe hij op de grond stuitert.
Mijn woorden maken niets meer bij me los, behalve misschien: 'Ik ben nu zoveel beter af.'

dinsdag 18 oktober 2005


'Ze komt net uit bad', hoor ik Lief zeggen in de gang. Ik zit tegen de verwarming op mijn rode zitkussen, een oude slobberpyjama en mijn natte haren in een handdoek gewikkeld.
'Geen probleem', antwoordt de vaag bekende stem en zijn stappen klossen de woonkamer binnen.
'Goeieavond, fris gewassen zie ik!' Vlak bij de zetel staat de freelancer die al vier maal vroeg of hij bij ons niets kon doen. Nu - om 21u30 - vraagt hij het voor de vijfde keer.
'Het spijt me Henk. Ik heb je gegevens doorgespeeld aan de verantwoordelijk. Zij zou contact met jou opnemen.'
Hij laat zich in de zetel zakken. Pijnlijk bewust van mijn oude slobberpyjama en natte haren in een handdoek sta ik recht en loop naar de deur.
'Ik vraag het haar morgen nog eens.'
'Oké, bedankt.' Hij nestelt zich dieper in de zetel. 'Jullie wonen mooi hier. Was er veel werk aan het huis?'
Lief komt naast me staan en werpt me een hoe-krijg-ik-die-buiten-blik toe. We blijven rechtstaan en antwoorden kort. Maar Henk is van het koppige type met een onuitputbare voorraad aan vragen-om-het-gesprek-op-gang-te-houden.
Een half uur later kan Lief eindelijk de deur achter hem dichtslaan. Wat hem betreft zijn de freelance-kansen voor Henk verkeken.

'Een wit broodje, graag', bestel ik de volgende morgen bij de bakker. Ik wrijf de slaap uit mijn ogen en overloop in gedachten de dag die voor me ligt.
'Goeiemorgen. Lekker geslapen?' toetert een nu pijnlijk bekende stem in mijn oren.
Ik draai me om en merk Henks brede glimlach naast me op.
Als ik niet op mijn broodje had moeten wachten, was ik zo de bakkerij uitgelopen.
'Goed geslapen. Dankje.'

zaterdag 15 oktober 2005

Reddingsdienst
We zaten als twee verdwaalde toeristen op de vergadering. Uit ons bureau geplukt en op de twee stoelen neergepoot.
Collega die-en-die was verhinderd en iemand moest ons standpunt verdedigen.
Er viel weinig te verdedigen.
Er werden kilometerslange ommetjes rond het te verdedigen standpunt getrokken.
Het te verdedigen standpunt werd vakkundig uit de weg gegaan en hoe we ook probeerden, veel meer dan op onze stoel zitten en proberen het geheel in de juiste richting te duwen, konden we niet doen.
Stiekem viste ik mijn gsm uit mijn zak en smste 'Reddingsdienst gevraagd. Dringend!'.
Vijf minuten later werd er op de deur geklopt.'Kim, er is telefoon voor jou.'
In de gang leunde ik dankbaar tegen de muur.
'Is het zo erg?', vroeg mijn reddingsdienst-collega.
'Erger.'
Mijn gsm in mijn zak trilde. Ik opende het berichtje.
'Nice move', schreef mijn collega die alleen op de vergadering achtergebleven was.