vrijdag 27 januari 2006

Als eerste
Mijn dag start vroeg. Of toch vroeger dan pakweg een jaar geleden.
Buren draaien zich nog eens om onder hun warme dekens. Mensen schuiven aan aan gezellig verlichte ontbijttafels wanneer ik mijn spullen voor de dag op de passagierszetel van de auto drop.
Maar wanneer ik de straat uitrijd en netjes aansluit bij de file om me langs de ring te worstelen, dan voel ik me niet meer zo alleen. Er zijn nog mensen die niet meer onder de dekens liggen, of rustige hun toast met choco opknabbelen. Ik tuf gezapig mee in het rijtje, tussen tientallen andere chauffeurs die in hun handen blazen en de radio een tikje luider zetten om helemaal wakker te worden.

Behalve deze morgen dan ... ik was laat.
Veel later dan normaal.
Veel te laat om nog ooit op tijd te kunnen zijn.

De straat, de ring, de autostrade leken zo goed als verlaten.
En ik. Ik controleerde zeker vijf keer m'n uurwerk om zeker te zijn dat m'n wekkerradio geen flauw grapje had uitgehaald.

donderdag 26 januari 2006

Gedichtendag 2006
Tussen m'n boeken verschuilen zich heel wat gedichtenbundels. Zelden ga ik er echt mee zitten. Maar verschillende keren per week schuif ik één van de mini-boekenruggetjes zachtjes uit de rij om gewoon wat te bladeren. Met m'n rug tegen de muur, op de trap, voeten twee treden lager verdwaal ik kriskras tussen de pagina's.

Op het Gedichtendag mag het ook even hier:

Thuiskomst

Ik heb je lief, al kan ik het niet weten,
Ik bedenk het als je thuiskomt van een dag
in je leven. Maar het is geen gedachte.
Je streelt mijn wang en wie weet,
dat gebaar. Het wordt duizend keer gemaakt
voor het bestaat. Hangt je jas aan de kapstok,
iets van niets, maar morgen ontbreekt het
misschien. Of schudt de dag uit je haar.
Wat ik dan daarin zie, is het begin.
Het huis ontstaat, de tafel neemt plaats,
wij veroorzaken elkaar. Het is toch niet
denkbaar dat iemand dit alles verzint.
(Bernard Dewulf)


Meer moois? Snuffel dan zeker eens bij Neneh en Samoera

dinsdag 24 januari 2006

Grog
'Je bent vroeg', merken m'n twee vroege-vogel collega's op.
'Beetje ziek. Kon niet meer slapen. Ben dan maar wat vroeger vertrokken', mompel ik vanachter een dampende kop koffie, terwijl ik verder door de keukenkast speur.
Een Grote Zoektocht naar suiker, citroen en honing, want ik wil m'n brouwseltje.
Een brouwsel dat zolang ik me al kan herinneren hoort bij het gevoel van een ruwgehoeste keel, verstopte neus en oren die af en toe dienst weigeren. Warm water, veel citroensap en honing, wat suiker voor de smaak. Het liefst geserveerd terwijl ik in een deken gewikkeld in de zetel wegzak. Maar bij gebrek aan makkelijk zitmateriaal op m'n bureau ben ik bereid ook tevreden te zijn met m'n bureaustoel.
Honing en citroen zijn niet te bespeuren in de gebouwen. Thee, koffie, twijfelachtige zandkoekjes en wat crackers is al wat m'n Grote Zoektocht oplevert.
Valt daar een goede grog van te maken?