maandag 6 maart 2006

Hé, jij daar
's Morgens en 's avonds wanneer ik me realiseer dat het toch al weer een tijdje geleden is, dan tik ik eens. Of kriebel of por ik even. Mijn buik dus...
Waar ik eigenlijk mee bedoel: 'Ben je er nog daarbinnen?'
En dat hou ik vol tot ik een bevestigend duwtje krijg. Af en toe zelfs een stevige stamp. Als in: 'Jaja, ik ben er nog niet uitgevallen.'
Lief bekeek het glimlachend tot gisterenavond toen na een kriebelsessie m'n buik helemaal zelfstandig een rondje salsa begon te dansen. Met zijn lippen boven mijn - op dit moment zo goed als onbestaande - navel, fluisterde hij kleine kruimel toe:
'Ze zit eenvoudig ineen hoor, die mama van jou. Nu moet je veel schoppen. Heel veel bewegen. Maar wees gerust. Binnen een grote drie maanden mag je uitrusten. Je zal zien, dan zal ze willen dat je veel slaapt. Vooral 's nachts...'

donderdag 2 maart 2006

Noppes lentekriebels
In onze tuin is nog niets van de lente te merken. Het gras groeit vaalgroen verder. Dorre bladeren verzamelen in hoekjes en kantjes. De tuintafel is ondergesneeuwd en als de bloembollen zich al roeren onder de grond doen ze wel heel erg voorzichtjes.
Meer dan anders sta ik voor het raam en verlang naar mijn zomertuintje. Mijn plek aan de picknicktafel onder de krulwilg. Mijn plek in het gras onder de pruimenboom. Mijn plek in mijn tuinzetel daar waar de zon ook maar schijnt.

Het is tijd voor een grote bos bloemen op de keukentafel...

vrijdag 24 februari 2006

Op een donderdagavond
'Ik weet dat er mensen bestaan die veel te veel kleren inpakken, wanneer ze op reis vertrekken. Jij valt op dat vlak nog goed mee', stak Lief deze week van wal.
Ik knik instemmend. Mijn bagage neemt telkens maar een heel klein beetje meer plaats in dan de zijn.
'Maar...', gaat ie verder. 'Als het op boeken aankomt ben je een ramp. De laatste keer nam je vijf knoeperts van elk minstens 300 pagina's mee. Dat krijg je toch niet weggewerkt op 10 dagen. Niemand kan dat.'
Ik hou wijselijk m'n 'een boek voor elke mood'-speech voor me. Voor een niet (of amper) lezer is dat Latijn. Boeken zijn boeken. Letters op een rij vormen woorden en zinnen. Klaar!
Hij staat voor de wijnkistjes-boekenkast. Z'n handen in zijn zij en hoofd wat schuin.
'Hier krijg je niets meer in.'
Boeken staan netjes in rijen naast elkaar. Boeken liggen bovenop de rijtjes-boeken. Kleine boeken wurmen zich in de laatste lege gaatjes.
Ik hou opnieuw wijselijk voor me dat zeker 15 boeken aan het logeren zijn bij collega's en vrienden. En dat nog eens minstens 10 boeken een toren vormen naast m'n bed.
'Wordt het geen tijd om de boekenkast eens op te ruimen? In plaats van steeds nieuwe bij te kopen?'
Ik schud verwoed met m'n hoofd.
'Stop dan tenminste met nieuwe boeken te kopen.'
In mijn verdediging. Lief leest niet. Of amper. En volgens mij kan iemand die niet (of amper) leest) niet begrijpen wat boeken kunnen doen. In het bijzonder wat 'boeken kopen' kan doen.

Iemand nog goede argumenten over? Hoe peuter ik het aan z'n verstand wat een nieuw boek doet?
Of heeft er iemand lege wijnkistjes over? (want hoedanook, de boekenkast is binnenkort aan uitbreiding toe.)