Ik poets mijn tanden. Hij kroelt ‘Aah, mama’ en knuffelt zijn hoofdje opnieuw tegen mijn nek. Ik smeer boterhammen, hij grist eentje weg en eet deze op in de holte tussen mijn schouder en zijn borst. Wanneer ik in mijn jas schiet, duikt hij genietend in mijn mouw weg.
In de crèche pel ik hem voorzichtig van mijn schouder los. Hij laat zich gewillig overhevelen van mijn schouder naar de armen van de liefste kinderverzorgster ter wereld en vleit zich in een nieuwe omhelzing. ‘Aah’, kroelt hij en nestelt zijn hoofdje in haar nek.
Mijn linkerarm voelt vreemd onaangenaam licht en leeg wanneer ik Jasper-loos de dag inrijd.
In de crèche pel ik hem voorzichtig van mijn schouder los. Hij laat zich gewillig overhevelen van mijn schouder naar de armen van de liefste kinderverzorgster ter wereld en vleit zich in een nieuwe omhelzing. ‘Aah’, kroelt hij en nestelt zijn hoofdje in haar nek.
Mijn linkerarm voelt vreemd onaangenaam licht en leeg wanneer ik Jasper-loos de dag inrijd.