dinsdag 15 januari 2008

Ik, Coriander

Daarom is een mens KJV-begeleider. Om zich in jeugdboeken te verdiepen en daar zelfs een gewichtig waarom-argument aan te hangen. En om op een leeg weekend met een zieke KleineMan die boven alles zijn bed verkiest gelukkig tot in de puntjes van je tenen weg te dwalen in 'Ik, Coriander'. Geen unicum in zijn soort, maar zo mooi.

Mijn naam is Coriander Hobie.

Ik ben het enige kind van Thomas en Eleanor Hobie en ik ben geboren in 1643, in dit mooie huis aan de Theems. Mijn vroegste herinneringen zijn allemaal gelukkige. Dat was voordat ik erachter kwam dat het mijn lot was om in een kast opgesloten te worden om daar te sterven.

Dit is mijn verhaal.
Dit is mijn leven.

Ik, Coriander is een verhaal dat feiten en fantasie op een geloofwaardige manier door elkaar weeft en voor een keer krijgt het laatste niet de bovenhand. Het is een boek om opnieuw te ontdekken wat het is om door te lezen en dat mij blij maakte dat ik op sommige vlakken zal ik nooit opgroeien...

gelukkig maar.

maandag 14 januari 2008

Voor je eigen goed...
Siroop binnenwerken die zo walgelijk smaakte dat ie er onmiddellijk weer uitlag. Vroeg gaan slapen, enkel en alleen om goed wakker te zijn voor de les. Niet met de fiets naar school mogen, want vier gevaarlijke kruispunten onderweg. Wel mijn bord leeg te moeten eten, niet buiten spelen, niet boven op de kast klimmen of met een matras de trap af glijden. Allemaal onder het mom: 'Voor je eigen goed.'

Een lepel groentepap in de mond van KleineMan forceren omdat hij na twee dagen nu echt iets moet eten. Siroop met een spuitje in zijn mond wringen en ondertussen zijn lijf en leden vastpinnen op de verzorgingstafel. Hem gillend en schreeuwend van bovenop de kast plukken. Hem in de auto laten krijsen omdat de pechstrook van de E40 niet de ideale plek is voor een wandelingetje.

Voor je eigen goed verdwijnt dus nooit uit iemands leven?

zaterdag 12 januari 2008


Lieve bloglezer,

Ik vraag zelden of nooit iets, denk ik toch. Maar nu wil ik graag een beroep doen op jou als deeltje van het collectief Kruimel-geheugen. Want, als ik ooit in mijn hoofd durf halen om te verhuizen, wil je dan zo vriendelijk zijn om eens hard aan mijn mouw te trekken. Eens vriendelijk tegen mijn hoofd te tikken of - als dat niet wil helpen, en die kans is groot - eens gemeend tegen mijn schenen te stampen of mijn linkergrote teen te verpleteren. En eenmaal je mijn aandacht vasthebt te wijzen op wat hier volgt.

Ik ben een hamsteraar. Een herinneringverzamelaar van de ergste soort. Al mijn raporten liggen ergens opgestapeld op zolder. Samen met al mijn agenda's van het eerste leerjaar tot zesde middelbaar. Mijn portofolio kindertekeningen en knutselwerkjes vult zonder enige moeite vijf bananendozen. Er staat een wankele stapel foto's tegen de muur die ooit nog in een album moeten terecht komen en van geen enkele van de 342 knuffels die ik in mijn kindertijd adopteerde kan ik afstand doen. Daarbij komt nog dat mijn vader mijn deel van ons familie-erfgoed al zeer vroeg overhandigde, om meer plaats vrij te maken op zijn zolder. Familie-erfgoed genre: eindwerk van mijn mama, het toptienlijstje om mij van een mooie voornaam te voorzien en een kantkloswerkje dat mijn moeder gezwind kloste in afwachting van de laatste vier weken met mij in de buik. Allemaal dingen waar ik dus geen sikkepit mee ben, maar een emotionele waarde om u tegen te zeggen.
Jammer genoeg wil de hamsteraar in mij wonen in een Ikeacatalogus. Of althans volgens het principe 'alles zijn eigen plek en stek'. Tot nu toe lukte dat vrij goed, dankzij de zolder en een deur die alles mooi hermetisch kan afsluiten.
Maar op een bepaald momenten kan ik niet ontlopen aan de tegenstrijdigheid in mezelf. Zeker nu die er - met verbouwingen in het vooruitzicht - voor onbepaald aantal maanden geleid heeft tot een bureau en Lief's volledige administratie in mijn kamer. De helft van mijn familie-erfgoed onder mijn bed en twaalf schoendozen met 'dingen' die op een wankele stapel tegen de kleerkast hellen.
De Ikea-catalogus was nooit zo ver zoek en de tegenstrijdigheid in mezelf staat meer dan ooit in de verf.

Nooit was ik overtuigder om hier wortel te schieten. Al was het maar om mezelf niet meer te moeten vragen wat ik wil houden en wat niet. Ik weet niet wat ik met al die herinneringen aan moet, ik weet alleen dat ik ze niet kwijt wil. Dus bijt ik voor een onbepaald aantal maanden op mijn tanden en glijd dan weer gelukzalig in de aloude ontkenning-modus. Vooralsnog de beste optie!