donderdag 6 maart 2008

Werk
(of wat de toon in onderstaande postjes misschien kan verklaren…)


Het geluid van een pruttelende koffiezet belooft dat de vermoeidheid die zich aan mijn lijf vastklampt straks een klein beetje minder zal snijden.
De koffiedamp die omhoog kringelt op de tonen van Donora en Beirut vormt een gezond tegenwicht voor de stilte die als een mist in de gangen hangt.
Mijn bureaulamp werpt een heloranje cirkeltje op de toetsen van mijn klavier en houdt zo het gemorrel en harde woorden voor eventjes op een afstand.

Ik wiebel een rits woorden heen en weer tussen duim en wijsvinger. Ik strooi ze uit over dit blad en veeg ze even snel weer weg. Ik zet ze nogmaals neer en twijfel aan wat ik hier kwijt kan en wat beter niet. Ik denk aan ogen die meelezen en probeer te raden bij wie ze horen. Ik gom alles weer weg en druk vervolgens opnieuw op ‘ongedaan maken’. Daar staan ze weer. En daar blijven ze ook staan.

Het is niet erg, maar het was ooit veel leuker hier tussen 8u en 17u.

Manieren om mij op te beuren zijn welkom hieronder, in mijn postbus of in levende lijve voor wie mij weet te vinden. Ik bedank u met een buslading aan vrolijke kruimeltjes.

dinsdag 4 maart 2008

...
Ik schroef haakjes en oogjes vast in mijn mondhoeken en sjor ze willens nillens omhoog.
Ik zoek woorden daar waar ik ze niet kan vinden
Ik wacht op woorden die niet willen landen
Ik bind mijn glimlach omhoog en hijs mijn oogleden op.
Ik ben moe …
Ik zoek troost in koffie en verwacht er alles van.
Ik werk me door een zakje glanzende gouden karamellen en verwacht er alles van.
Ik doe wel iets.

Dat komt van dat nachtenlang lezen, berispt het engeltje op mijn rechterschouder me.
Ik mep het van mijn schouder en laat alle luiken zakken.

maandag 3 maart 2008

Een maandagmorgenstukje dat ingaat tegen mijn normale maandagmorgenstroom

‘Woesj’ deed de opbergbak tjokvol met blokken.
‘Ratel’ deden de blokken die over het tapijt rolden, onder de zetels gleden en tegen de kast tikten. En daarbovenuit stond een KleineMan uitermate trots op zichzelf te wezen.
Op elke andere maandagmorgen wrong ik me onder de zetel en ging naast het knalrode duploblokje liggen dat zich in het verste hoekje had verstopt.
Vandaag zwierde ik KleineMan op mijn arm, trok zijn muts wat opzij en fluisterde ‘mislukt’ in zijn oor. ‘Dada’ deed een klein handje naar alle blokken. ‘Een woonkamer vol vrolijk gekleurde blokjes zal vanavond ook een fijn weerzien zijn’, dacht ik toen ik de voordeur achter me dicht trok.

De zon nam me bij mijn linkerarm en kleurde de horizon lila terwijl ik naar mijn werk reed.
En Beirut gaf mij een klein beetje zin om over de snelweg te walsen, maar dat mag niet, dus doe ik het hier met lettertjes op een scherm…