Afwijking #2: Planten zijn kamelen of diepzeeduikers
Er staan na vijf jaar ‘we moeten eens…’ twee bloembakken met vrolijk wuivende lavendel op onze vensterbank. En het ziet er goed uit. Het ruikt heerlijk als ik ons raam voorbij wandel en het geeft onze gevel wat kleur. Nu alleen er nog voor zorgen dat de lavendelplantjes in kwestie volgende week halen. Twee scenario’s die dat doel onderuit kunnen halen.
Ik denk eraan om de planten water te geven als ik
a. op mijn bureau 50km verder zit
b. in bad lig
c. in de auto van of naar huis rijd
d. ’s nachts om drie uur
Of ik denk er wel aan en ik ben zo trots op mezelf dat ik eraan denk dat ik ze op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag telkens water geef, telkens een goede drie liter water per bak.
U begrijpt dus dat ik vooral reken op onze attente buurvrouw (met gietertje) en hoop dat de lavendel een koppigheid bezit die kan tippen aan die van de vier vetplantjes, de ficus en een varen die ondanks mijn wispelturig water-geven-gedrag volharden in huize Kruimel.
maandag 23 juni 2008
donderdag 19 juni 2008
Afwijking
Ik begin het voor het gemak één van mijn afwijkingen(*) te noemen. Dat schept wat duidelijkheid naar de buitenwereld rond de intensiteit van het geheel. En heel soms kom ik iemand tegen die dezelfde honger deelt wat mij dan weer blij maakt tot in de toppen van mijn tenen, ja dat is ook onderdeel van mijn afwijking.
Ik heb namelijk geen boekenplank. Ik heb een stapel wijnkistjes die zich wankelend maar vastberaden rechthoudt aan de deur van mijn slaapkamer. En naast die kistjes staat nog eens een stapel die tot aan mijn knieën komt. (En daarnaast nog tientallen stapeltjes her en der in huis.) Ik ga echt wel veel naar de bibliotheek, maar nog meer naar Boekenfestijnen en boekhandels. Ik hou er van om de tiende boekenbon op rij te krijgen, ook al vinden vrienden dat een cadeautje dat nu wel eens mag veranderen. Ik kan voor mijn boekenkast staan en in gedachten door alle verhalen dwalen die ik al las. Ik kan met het ene boek in mijn hand al verlangend uitkijken naar het andere dat al ligt te wachten. Ik kan twee boeken tegelijk lezen. En als ik een periode niet lees dan is er iets aan de hand. Ik voel me niet op mijn gemak als ik geen boek bij me heb als ik ergens naartoe ga, zelfs al weet ik dat ik geen tijd zal hebben om te lezen.
Ik ben Kruimel. Ik lees niet graag. Ik heb een afwijking.
(*) Die andere afwijkingen komen een andere keer aan bod
Ik begin het voor het gemak één van mijn afwijkingen(*) te noemen. Dat schept wat duidelijkheid naar de buitenwereld rond de intensiteit van het geheel. En heel soms kom ik iemand tegen die dezelfde honger deelt wat mij dan weer blij maakt tot in de toppen van mijn tenen, ja dat is ook onderdeel van mijn afwijking.
Ik heb namelijk geen boekenplank. Ik heb een stapel wijnkistjes die zich wankelend maar vastberaden rechthoudt aan de deur van mijn slaapkamer. En naast die kistjes staat nog eens een stapel die tot aan mijn knieën komt. (En daarnaast nog tientallen stapeltjes her en der in huis.) Ik ga echt wel veel naar de bibliotheek, maar nog meer naar Boekenfestijnen en boekhandels. Ik hou er van om de tiende boekenbon op rij te krijgen, ook al vinden vrienden dat een cadeautje dat nu wel eens mag veranderen. Ik kan voor mijn boekenkast staan en in gedachten door alle verhalen dwalen die ik al las. Ik kan met het ene boek in mijn hand al verlangend uitkijken naar het andere dat al ligt te wachten. Ik kan twee boeken tegelijk lezen. En als ik een periode niet lees dan is er iets aan de hand. Ik voel me niet op mijn gemak als ik geen boek bij me heb als ik ergens naartoe ga, zelfs al weet ik dat ik geen tijd zal hebben om te lezen.
Ik ben Kruimel. Ik lees niet graag. Ik heb een afwijking.
(*) Die andere afwijkingen komen een andere keer aan bod
Abonneren op:
Posts (Atom)