woensdag 6 augustus 2008

Ach wat, ik maak er gewoon een rubriekje van:
Blije ochtendmuziek


#3
(1 en 2 kreeg je tussen de regels door al)

Niet in het minst omdat Puk het een uitermate geschikt liedje vond voor een rondje ochtendgymnastiek.

dinsdag 5 augustus 2008

Zoentje
1758 van de 6 967 346 zoentjes in het kwadraat die ik in de komende jaren nog zal kussen, mocht ik in de afgelopen maand uitdelen.
Een ‘ai’ is het sein voor een ‘mamapijnedaan’ waarop ik het desbetreffende ledemaat bijzonder hulpvaardig onder mijn neus gepord krijg. Vingers, duimen, voeten, buiken en hoofdjes, bijzonder veel hoofdjes mocht ik al zoenen. En ze helpen. Eén zoen van mij staat garant voor een stralende glimlach, twee handjes in de lucht en een ‘Edaan!’
Tot deze morgen: in de korte rit thuis-opvang klemt de kleinste van ons twee zijn vinger tussen zijn boek.
‘Mama! Pijnedaan!’
‘Zo meteen krijg je een zoen. Nu kan mama even niet.’
‘MAMA! Pijnedaan!!’
‘Nog even kleine vent’
In de laatste bocht hoor ik een ‘Mwa’, een ‘Edaan’ en zie ik een bijzonder trotse KleineMan naar zijn wijsvinger kijken.

Mijn zoenenmonopolie komt in gevaar, ik geef het u op een briefje.
Music
Ik heb niet veel nodig ’s morgens. In beide richtingen. Eén fietser die me de pas afsnijdt op weg naar de bakker, een te lange rij bij diezelfde bakker of een rood licht teveel naar mijn goesting. Het is voldoende om een norse Kruimel op een gammele bureaustoel te laten neerploffen en de rest van de dag met een uithaal te verscheuren.
Ik heb niet veel nodig ’s morgens. Ook niet in de andere richting. Eén liedje kan al voldoende zijn. Dan steek ik vriendelijk mijn hand op naar die ene slaperige fietser. Neurie ik zachtjes in het oor van diegene voor mij in de rij bij de bakker en maak van het rode licht gebruik om mij eens goed uit te rekken.

(Zelfs al is het o zo oud en o zo ... )