donderdag 14 augustus 2008

Sommetje
We tellen uit hoeveel uren KleineMan ons ziet in vergelijking met de kinderverzorgsters in de crèche.
We tellen uit hoeveel uren we onze collega’s zien in vergelijking met elkaar.
Ik tel uit hoeveel uren ik voor het scherm van een laptop geplakt zit.
Ik tel uit hoeveel letters er de moeite waard zijn om te behouden.
Ik tel uit hoe omgekeerd evenredig die laatste twee zich tot elkaar verhouden.

woensdag 13 augustus 2008

Waaien
Mijn vader waaide binnen, zoals hij af en toe wel eens doet. Dan duikt zijn silhouet plots op aan de ruit, zit hij koffie te drinken aan de keukentafel en even snel is hij weer weg.
Hij praat over niets, want hij heeft geen tijd om een lang verhaal uiteen te rafelen. Toch blijft hij twee koffie’s lang.
Met mijn mama zou het anders gaan, weet ik. Ze was geen binnenwaai-type. Eerder het ik-bel-eens, kom-eens en blijf-tenslotte-een-halve-middag-plakken-type. Tenminste dat denk ik, want toen ik eenmaal een plek had waar zij kon binnenwaaien, was ze er niet meer.
En toch hou ik van mijn blitzbezoekvader, niet omdat het al is wat ik nog heb. Maar omdat hij nog steeds garant staat voor het contrast waar ik uit voortkom.

maandag 11 augustus 2008

Dankjewel, lief

Mijn boek ligt op een grote meter van me en ik kom vijf centimeter te kort. Ik schuif, wiebel en strek, maar blijf die vijf centimeter te kort komen. Ik spartel als een schildpad die op haar schild gerold is, want buikspieren zijn onbestaand na een weekend spelen, strijken, wandelen en fietsen.
Correctie: mijn buikspieren zijn voor onbepaalde tijd op vakantie ergens ter hoogte van mijn zij. Waar ze totaal nutteloos hangen te niksen.
‘Lief’, wapper ik met mijn handen en voor de vierde maal die avond pelt Lief zich uit de zetel om mij recht te hijsen.
‘De volgende keer bel ik de pechverhelpingsdienst’, mompelt hij terwijl hij opnieuw op zijn plek neerploft en ik mijn boek uit de stapel vis. ‘Om mijn vrouw te komen takelen’