zondag 7 september 2003

Mars
Ademloos bewonderen we hem. De planeet Mars, die volgens de sterrekundigen deze nachten uitzonderlijk goed zichtbaar is. Met een vest om me heen geslagen en een glas wijn in mijn handen staar ik naar de sterrenhemel.
"Daar, vlak boven je!", wijzen ze. Vaag zie ik een rond rood schijnsel. Een bijzonder zicht. We nestelen ons op de vensterbank.
"Vreemd, een hele planeet die daar ergens rondzweeft."
"Ja, het doet je beseffen hoe klein wij eigenlijk maar zijn."

"Waar kijken jullie naar?", vraagt mijn peter terwijl hij zijn hoofd buitensteekt. We wijzen naar de rode planeet.
"Daar vlak boven je kan je Mars zien."
Hij tuurt ingespannen naar boven en draait zich plots om. Even later komt hij met een grote zaklantaarn terug buiten.
"Waar was dat weer?"
Opnieuw wijzen we boven ons hoofd. "Daar je kan niet missen."
"Dat is Mars niet!", grinnikt hij en schijnt met zijn zaklamp naar de hemel.
Mars zweeft opeens eigenaardig dicht boven ons. Zo'n 100 meter en is verbonden met twee stevige draden.
"Dat is volgens mij een markering voor de vliegtuigen op een hoogspanningskabel", buldert hij van het lachen terwijl hij weer naar binnen loopt.

vrijdag 5 september 2003

Hardhandig
"En nu mijn lievelingsgedeelte", grijnst hij breed.
Hij duwt me hard in mijn rug en ik vlieg vooruit. Op het moment dat ik weer stevig op twee voeten sta, duwt hij opnieuw. Ik zie alle hoeken van de kamer. Links, rechts, voor, achter. Telkens weer stompt hij in mijn rug. Ik vlieg vooruit, opzij. Ik zet me schrap, ik verzet me uit alle macht maar wankel en ga uiteindelijk toch tegen de vlakte. Als ik opkijk, torent hij hoog boven me uit. Triomfantelijk.
"Je redt het al beter dan de vorige keer", zegt hij terwijl ik rechtkrabbel.
"Tot dinsdag?"
Ik knik en loop snel de kamer uit.

Op straat bedenk ik dat mijn kinesist er veel meer plezier in heeft om mijn slappe enkel terug in vorm te krijgen dan ik.

dinsdag 2 september 2003

Bagage
Hij weegt het boek in de palm van zijn hand.
"Hoe ver ben je al in het verhaal?"
Ik kijk op van mijn koffer. "Euhm, pagina 20 dacht ik."
"Donna Tartt, de kleine vriend", leest hij hardop. "Dat lijkt me een aardige kluif. En hoe ver ben je al in dit boek?" Hij trekt een exemplaar van Nicci French vanonder een stapeltje handdoeken.
Ik duik een beetje weg achter mijn stapel T-shirts. "Ik ben er nog niet in begonnen."
"Hmm, hoeveel T-shirts heb je daar al ingepakt? Vier? En twee broeken zie ik. Nog twee pulletjes, vier paar kousen, ... ." somt hij op terwijl ik alles in mijn reistas probeer te proppen.
"Kim, voor hoe lang ga je eigenlijk weg."
"Eén nachtje!"

Ik zou een slechte backpacker zijn.