dinsdag 4 november 2003

Klokvast
Ik zie mijn wekkerradio van 5:29 naar 5:30 springen en onmiddellijk daarna ontwaar ik een wit-zwart kopje achter de rieten mand die dienst doet als nachtkastje.
"Neen", denk ik. "Deze morgen niet. Hou je voor één keer rustig" Maar Wiebe scherpt haar klauwtjes en klokslag om 5:31 gaat ze de mand te lijf. Eerst nog voorzichtig, klaar om weg te duiken voor een vliegende pantoffel, dan vol overgave met twee pootjes.
Ik knijp mijn ogen stijf dicht en wacht af.
"Krt krt krt krt krt krrrrrrt"
Manlief keert zich om.
"Krt krt krt krrrrrrrrrrrrrrrt"
Manlief loenst even naar mij, ik knijp mijn ogen nog stijver dicht. Beiden liggen we te wachten.
"KRRT KRRT KRRRT KRRRRRT KRRRRRRRRRRT"
Zuchtend gooit hij het dekbed van zich af en strompelt de trap af. Wiebe volgt opgewekt trippelend. Ik zie net haar zwarte staart door de deuropening verdwijnen. Beneden hoor ik een deur open en toe zwaaien en manlief zichzelf weer de trap opslepen.
"Elke morgen", hoor ik hem grommen terwijl hij weer onder het dekbed duikt.

Hoeveel keer moeten we dit ritueel herhalen tot een kat snapt dat ze echt geen eten zal krijgen, dat ze bij zo'n streken enkel een tijdelijke eenzame opsluiting mag verwachten?

maandag 3 november 2003

Egeltje
Ze glipte door de gangen. Griste snel wat ze nodig had uit het rek en haaste zich verder. Vriendinnetje Egel.
"Hoi Egel", zwaaide ik. Blij dat ik haar nog eens zag. Ooit trokken Egel en ik van 's morgens tot 's avonds met elkaar op. Iets dat veranderde op het moment dat we allebei ons diploma in handen kregen. We gleden ongezien van elkaar weg.
Bijna verschrikt keek ze op en leek zich eventjes te ontspannen, maar haar verdriet stond nog steeds in hoofdletters op haar gezicht te lezen. Vanuit haar zelfgemaakte bolster maakte ze een kijkgaatje om eventjes te praten.
"Het ging wel", zei ze droef lachend en draaide zich snel om.
Terwijl ze wegliep zag ik hoe ze haar stekels opnieuw recht schikte, letterlijk en figuurlijk.
Boekenbeurs
Ik keek de zaal in en liet stilletjes mijn adem ontsnappen. Dit was mijn pretpark, mijn Sinterklaasochtend, ... . Een gigantische snoepwinkel voor de echte lettervreter. Vier zalen vol boeken. Duizenden verhalen, duizenden vertelsels en schrijfsels. Voor het uitkiezen.
Ik liet mijn hand over de ruggen glijden, pikte zo nu en dan eentje uit de stapel. Liet mijn ogen flitsen over de achterflap, proefde van de eerste zinnen. Ik zocht naar die blikseminslag, naar die liefde op het eerste gezicht, naar het gevoel "Jou leg ik niet meer neer, jij gaat met me mee." Ik genoot van het wikken en wegen, van het zoeken en het kiezen. Hoewel mijn voeten moe werden van het slenteren, mijn rug zachtjes protesteerde van het gebogen over stapels staan zocht ik verder.
's Avonds op de trein keek ik tevreden naar mijn stapeltje nieuwe aanwinsten. Ik stalde ze voor me uit en koos eentje uit. Ondertussen holden enkele kinderen op en neer. "Oylalele", zongen ze uit volle borst. En zwaaiden met hun vlaggetjes die ze gekregen hadden op het K3 optreden enkele uurtjes geleden. Een klein blond meisje holde eventjes achter hen. "Oiajeje", zong ze even enthousiast mee.
Ik dook met dezelfde geestdrift in één van mijn nieuwe boeken. Blind en doof voor alles tot we station Brugge binnenrolden.