donderdag 28 februari 2008

Leeg
’s Avonds waai ik leeg en moe de woonkamer binnen. ’s Morgens moet ik mezelf centimeter voor centimeter lospeuteren van net iets te comfortabele zetel.
Ik lees niet.
Ik schrijf niet.
Ik dobber enkel ongezond veel in bad. Daar glijd ik onder water en voel hoe de letters uit mijn hoofd gespoeld worden.
Ik kijk ze niet na, maar sluit mijn ogen en hoop dat ze kunnen zwemmen.
Lunch
De onbijtkast kon me deze morgen niet veel variatie bieden. Of een boterham met choco. Of een kommetje muesli. Dat laatste bleek slechts een bodempje muesli te zijn. Ik weet nu dat ik het daar mee red tot 10u.
Klokslag twee na tien voel ik de eerste smaken voorbij waaien. Om de haverklap proef ik ineens een hint olijven of een gevulde koek of penne all rabiatia of nougatti. Ik leun achterover en fantaseer over verse vol-au-vent, lasagne en gegrilde lamsribbetjes. De geur van bbq in de zomer, het getinkel van apiritiefglazen. Fahjita's, gegrilde ribbetjes, paprikachips, een reep donkeredonkere chocolade...

In de koelkast wacht een kommetje salade op mij. Enige zelfkwelling is mij niet vreemd, mag u gerust stellen.

dinsdag 26 februari 2008

Er was eens
Er was een lezing waar ik wel zin in had, maar er was ook de dag die de wind vanonder mijn vleugels gemept had.
Er was een KleineMan die luid krijsend zijn fles eiste.
Er was het rek met vlijmscherpe randen waar ik mijn hand tegen sloeg toen ik een pak melk van de plank nam.
Er was een vinger met een snee van kneukel tot kneukel die maar niet wilde stoppen met bloeden.
Er was de dokter die de gapende wonde nog wilde naaien en die halverwege het traject thuis-lezing woonde.
Het meisje met haar hand in het verband dat op het allerlaatste moment nog de zaal binnenglipte, dat was ik.