Tien kleine negertjes
Een luik rolt langzaam toe. De man staat er angstig naar te kijken, neemt blijkbaar een beslissing en duikt terug het brandende compartiment in. Hij kan nog net een schriftje naar zijn vrienden schuiven en schreeuwen "Go, go, go!" voor het luik dichtdendert en hem opsluit in de verstikkende ruimte. Langzaam zie je de held in elkaar zakken.
"En daar gaat nummer twee", lacht manlief.
Ik gooi mijn kussen naar het scherm. "Kijk, als ie nu terugkeerde om een sleutel of belangrijke codes te redden, dat zou ik nog snappen, maar het is een schriftje, met tekeningen van zijn kinderen. Daar offer je jezelf toch niet voor op", vraag ik ongelovig.
Even later strompelt een derde in een ruimte waar het 5000° is om een stang los te draaien. Zijn pak kan maar 2500° graden tegenhouden. Na een overduidelijke onmenselijke krachtinspanning is het ding eindelijk los en zakt hij zwaar ademend op de grond.
"Kom terug, we hebben nog tijd", roepen zijn makkers.
"Neen, laat mij maar hier", hijgt hij en even later verandert ie in een satéstokje. We zuchten vol verwondering voor het totale gebrek van originaliteit.
"Het is net of we naar tien kleine negertjes kijken", lach ik als nummer vier zichzelf opofferd om bij de bom te blijven en in miljoenen kleine stukjes uiteen geblazen wordt.
Sinds wanneer krijgen Amerikaanse scenarioschrijvers de mathematische regel opgedrongen dat twee derden van de crew die de aarde moeten redden onderweg het loodje erbij moeten neerleggen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten