Oktober 2005
Om 3u word ik wakker. Klaarwakker. Het soort wakker dat je 's morgens om 6u wenst, niet om 3u 's nachts. Ik draai op mijn rechterzij, rol door op mijn buik en draai even later weer op mijn linkerzij. Lief snurkt net niet en de wekkerradio lijkt vastgelopen op 03:08.
'Ik doe het gewoon', denk ik, maar blijf liggen waar ik lig.
'Ik ga naar beneden en doe het', fluister ik stil in de donkere kamer. Maar opnieuw blijf ik liggen waar ik lig en snurkt Lief net niet.
'Ga naar beneden en doe het', maan ik mezelf aan. Deze keer zwaaien mijn benen wel over de rand van het bed.
In de badkamer grabbel ik de test uit de kast en weeg het doosje in mijn hand.
'Maar als het niets is? Dan is het zo echt niets. Ik wil nog niet weten dat het niets is.' Toch scheur ik het open en peuter het staafje tevoorschijn.
Zwangerschapstesten afwachten blijken op mij dezelfde uitwerking te hebben als enge taferelen op televisie. Ik kan er niet naar kijken. Even hou ik m'n hand voor mijn ogen en gluur tussen m'n vingers door, dan loop ik de badkamer uit.
Ik drink een glas melk,
Aai een verwarde Wiebe,
Voel hoe mijn voeten langzaam bevriezen op de koude keukenvloer,
Blader door de reclameblaadjes die op de tafel liggen,
Pas na tien minuten durf de badkamer inlopen en de test omdraaien: een bijna purperen bolletje.
Voorzichtig glijd ik naast Lief in bed en plooi mezelf tegen zijn rug. Hij verschuift even en begint te snurken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten