Bezet
De Ronde van Vlaanderen.
Lief strekt zich uit in de zetel en de zon schijnt uitnodigend net ons raam niet binnen. De tuin baadt in de weelde van frisgeregend groen en oppiepende plantjes. Samen met de katten dwaal ik door het huis op zoek naar een zonneplekje. Af en toe zij voorop, naar de kleine plekjes waar een volwassen mens niet op past: vensterbank, verwarming, op de rugleuning van de zetel, ...
Andere keren voer ik de speurtocht aan naar grote-mensen-plekken waar katten hun plaats moeten kennen: een tweepersoonsbed, aan de keukentafel, ...
Op de zolder vinden we wat we alledrie zoeken. Een vierkante meter goudgeel zonlicht die door de velux op de grond tuimelt. Stof dwarrelt in het zonlicht en m'n tenen krullen van genot wanneer ik ze over de rand van de wazige rechthoek schuif.
Net wanneer ik overweeg om een oude matras in het licht te slepen, stuiven m'n twee tochtgenoten de kamer binnen. Wiebe ploft zich langgerekt in het midden van de zonneplek. Hobbes vouwt zich helemaal naar Wiebes lijfje en steelt met haar grijze velletje de resterende zon uit de lucht.
Even overweeg ik het... maar dan trek ik een oude zetel wat dichter en manoeuvreer m'n twee voeten in het licht, net naast oortjes en staarten is er nog voldoende ruimte voor tien tenen en twee enkels. Het is een begin...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten