Superkrachten
Ze gromt, knort en mort. Ik verstrak onder mijn deken want ik weet wat er komt. Eerst wat boos gehik dat al snel overgaat in enkele zachte uithalen en als ik niet snel genoeg ben gaat de sluis helemaal open en moet de geluidsbarrière van drie uur 's nachts eraan geloven.
Ik wieg, ik sus, ik troost. En ik gis. Ik gis bijzonder veel: boertje? nog honger? vuile luier? huidhonger? gewoon wakker en zin om te spelen?
Samen wiegelwandelen we van bed naar kast, van kast naar bed, van bed naar kast, van kast naar bed, ... en ik tuur ingespannen naar haar ogen die zichtbaar zwaarder en zwaarder worden maar nooit niet zwaar genoeg. Mijn voeten zijn twee ijsklompen, mijn vingers tintelen en het topje van mijn neus voelt bizar levenloos aan.
Als ik een superkracht kon kiezen? Het talent om overprikkelde babies in het midden van de nacht met één vingerknip in slaap te sussen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten