Spring
Ik hol over het zand. Net een tikkel trager dan mijn uitgelaten nageslacht.
De één holt regelrecht op een grote berg zand af, plant zijn schop in het zand en graaft zich een weg in de diepte.
Voor de tweede moet ik een tandje bijzetten en kan ik nog net een kraag vastgrijpen om te vermijden dat de eerste ijsberenduik een feit is.
Hier hebben we licht, ruimte en lucht. Weg van tussen de muren die maand na maand dichter leken te staan. Het is tijd voor licht en ruimte. Voor lentemorgens en bedauwde grastapijten. Voor blote voeten en blote armen. Het is tijd voor lucht. Wijd en blauw. Voor waterdruppels rond sproeien en bellen het luchtruim laten kiezen.
Met plezier springen wij een gat in de lente.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten