Klein
In het krieken van de morgen kruipt er elke dag opnieuw een klein ventjeslijf tegen mij aan. Als het nog donker is en stil, moeten wij altijd even aan elkaar plakken. Zonder zussen, klokken en schoolbellen die in acht genomen moeten worden. Half slaperig rolt er altijd uit wat er in dat hoofdje omgaat.
'Ik wil niet meer naar de omnisport.'
'Hoezo?', mompelde ik slaperig in zijn nek.'
'Niemand wil mij in zijn groep omdat ik niet sterk ben.'
Ik voelde mijn hart verkruimelen onder zijn woorden. KleineVent heet hier niet zo omdat die naam gewoon is blijven plakken. Hij is nog altijd een kleine vent. De kleinste en lichtste van zijn klas. Ik geef mijn kieskeurige genen en zijn eetlust van een musje (deels) de schuld.
Ik wou hem nog dichter tegen me trekken en onder mijn vel verstoppen waar er geen woorden zijn die zijn hart kunnen raken.
In plaats kriebelde ik zijn buik.
'Weet je, dan zorgen we ervoor dat jij sterk wordt.'
Hoe we dat gaan doen, dat weet ik nog niet. Korstjes opeten en een stukje banaan proeven zorgen er alvast voor dat je mama verslaat met een potje armworstelen.
2 opmerkingen:
oooooo....
Wat een lieve mama ben jij. Tranen hier. En bananen zijn het beste krachtvoer...
Een reactie posten