Posts tonen met het label KleineVent. Alle posts tonen
Posts tonen met het label KleineVent. Alle posts tonen

dinsdag 20 januari 2015

de foto die ik niet maakte #5

Wiebelend zit ie op zijn plaats te wachten. Zijn vrienden van de circusles jongleren met doekjes, balletjes en draaien veel bordjes op veel stokjes. Hij schuift en wacht, tot de circusmeester hem aanwijst. Met zijn schouders naar achter loopt hij naar een grote rode olieton en rolt die naar het midden van de mat. Armen in de lucht, door de knieën en terwijl ik knipper springt hij los op de ton. Op zijn gemak stapt hij - met de ton onder zijn voeten - een stukje naar voor, een stuk naar achter en - waarom ook niet - waagt hij zich aan wat sprongen op de ton zelf.
Mijn circusaap - die in september gewoon wel aardig met de diabolo overweg kon - maakt een buiging en springt sierlijk terug naar de mat.

Terwijl hij terug naar zijn plaats loopt, schat ik hem vijf centimeter groter dan de tien minuten daarvoor.

(Circus Woesj - januari 2015)

maandag 11 augustus 2014

Thuiskomen

Het vertrek leek vrij goed op vorig jaar. Al in zijn Chiro-uniform zodra zijn ogen open waren en een stortvloed aan 'wanneer vertrekken we', 'mag ik nu naar de trein?' en 'gaan we nu door?'
En zo was hij weer een week weg. Eén al glimlach en druk babbelend tegen vriendjes, net zoals ik hem het liefst zie vertrekken.
Het mooiste aan dat vertrekken is dat je een week later een kind met een hoofdstuk rijker terugkrijgt. Met blinkende ogen vliegt hij in mijn armen. Zijn haar ruikt naar bos en buitenlucht. Er hangt een waas van zand en kampvuur rond hem. Zijn benen staan vol bewijzen van bosspelen . De verhalen stromen honderduit en door elkaar. Ik kan er geen knoop aan vastknopen maar luister genietend naar zijn eigen avonturen. Ik bekijk hem met frisse ogen. Hij lijkt gegroeid, gebruind en simpelweg ouder. Heel even lijkt hij gloednieuw. Heel even, dan knuffelt hij zich tegen me en voelt alles weer als vanouds.
Hij is weer thuis.
We zijn weer compleet.

donderdag 5 juni 2014

In de categorie: 'Hoe kom je erop?'

Na het eten werden ze naar boven gejaagd. Dat maakt het net iets makkelijker om rijst van de stoelen te schrapen en vetsporen - maar ik wist niet dat er pesto aan mijn voeten hing, mama - weg te dweilen.

Voor de verandering was het eens niet stil. Ik hoorde ze rondstappen en joelen.
Fijn, ze spelen. En steken niets uit.
Voor de verandering hoorde ik geen enkel kind huilen.
Fijn, ze spelen mooi samen.

Ik luisterde glimlachend naar hun gejoel, liep de trap op en stak mijn hoofd om de deur.
KleineVent stond met zijn speelgoedkruisboog in de aanslag en mikte op de roos die ze op de kast geplakt hadden. KleineMeid stond er met haar neus naast om de punten te tellen. Ik zag hem net iets knalgroen afvuren.
'Zeg, jij hebt toch geen groene pijltjes?', vroeg ik nog verwonderd.
'Ik vind mijn pijltjes (met plastiek zuignapje, nvdr) nergens. Maar dat is niet erg, hoor. Met dit gaat het ook prima.'
Hij wees naar een doosje scherpgeslepen kleurpotloodjes.

vrijdag 14 maart 2014

Dat met die koningswens

Altijd lief bedoeld, maar hoe meer ik ze hoor, hoe meer mijn tenen gaan krullen van de vraag: 'Ben je niet blij dat je een dochter hebt?' of in dezelfde categorie 'Dat is toch fijn hé, van elk eentje.'

Dit is hoe ik het zie. Het enige echte grote verschil tussen een jongetje en een meisje ten huize Kruimel is dat ik één deel van mijn kroost in rokjes naar school mag sturen zonder daar raar op aan gekeken te worden. Voor de rest scoort KleineMeid een mager zesje in de categorie meisje-zijn. 

Ja, ze klost al eens rond op rood en zwart gestipte schoentjes met hakjes onder haar schreeuwend roze prinsessenjurk. Maar steevast zeult ze broerliefs kruisboog mee als accessoire bij haar prinsessenzijn. Ze is inderdaad verknocht aan haar groene egeltjeshandtas, maar vooral om gevonden stokken, stenen, veertjes en andere vondsten in op te bergen.
Ze heeft enkele poppen, die al jaren stof liggen te happen aan het voeteinde van haar bed. Leg ik ze een keer liefdevol/aanmoedigend bij haar hoofdkussen, dan worden die met een keurig boogje terug naar hun vaste plaats geknikkerd. Daar heeft ze drie seconden voor nodig.
Ze schminkt zich graag en pikt dan ook wanneer ze kan mijn make-up in. Om dan beteuterd te merken dat je met oogschaduw geen lieveheersbeestje kan schminken.
Maar ze speelt toch met de Barbies, zeg je? Juist en toen die even niet voorhanden waren zag ze er geen graten in om een verloren gelopen ActionMan in een tutu te proppen en hem zo gekleed de wereld te laten redden.
En dat langere haar. Daar mocht ik éénmaal een staartje in maken, dat het vier seconden uithield.

Ik ben dus blij dat ik een dochter heb. Net zoals ik blij ben dat ik een zoon heb. Maar die blijdschap verbleekt bij het plezier dat ik beleef aan KleineMeid  en KleineVent zelf. Hoe ze zichzelf op de wereld zetten. Los van het hokje 'meisje' of 'jongen'.

vrijdag 14 februari 2014

Hoe voorlezen nog leuker werd.

Onder het motto ‘je kan nooit vroeg genoeg beginnen’  las ik KleineVent voor het eerst voor toen hij een maand of wat was. Niet zozeer om de spannende verhaallijnen, maar wel omdat een zacht sussende stem het enige was wat het ventje midden in de nacht van schreeuwen tot drinken kon aanzetten. En sindsdien bleef voorlezen een constante.
Alle stadia zijn we ondertussen gepasseerd. Van dotje en haar knuffelbeesten, klein wit visje, nijntje, Jasper is een aap en Jip en janneke tot Mannetje Koek en Vos en Haas. Heel af en toe probeerde ik er Roald Dahl tussen te smokkelen, maar dat botste op protest. Wegens geen mooie prenten op elke pagina en mijn weigering om het verhaaltje in één keer helemaal voor te lezen.

En toen leerde de luisteraar zelf lezen  en ontdekte hij in de bib een heel gamma met boeken AVI nog-een-klein-beetje-te-moeilijk. Verbeten  hakte en plakte zich een weg door de letters, maar genieten van het verhaal deed hij niet. Tot ik voorstelde om voor te lezen uit zijn nieuwe bib-vondsten. Zo rolden we samen een nieuw stadium in. De fase waar het niet erg is dat er niet op elke pagina een grote, mooie prent staat. De fase waar het fysiek mogelijk blijkt om stil naast de voorlezer te liggen en met geloken ogen te luisteren. Die fase waar ik na één hoofdstuk mag stoppen, een zoen op een kruin kan planten en een bladwijzer mag leggen. Om de volgende avond verder te lezen. Een fase die ik wel kan kussen. Want eindelijk ben ik even geboeid als de toehoorder.

Ik stapel alvast Harry Potter, mijn volledige collectie Roald Dahl en Astrid Lidgren op zijn bureautje en duim dat ze snel ontdekt worden.  Want KleineVent blijft vooral een vent die moet denken dat het allemaal zijn eigen idee was.

dinsdag 10 december 2013

Met wat ik weet is het klein. Met wat hij weet is het groot.

Proefjes, stond op de brief van het school. Het klinkt zo onschuldig en bijna lieflijk. Maar de taal bewees nog eens hoe verbloemend ze kan zijn.
Deze morgen dwaalde de oudste al heel vroeg door de gang, zijn wangen gloeiden rood op en zelfs tegen ons aangeplakt bleven zijn handen fladderen. De hele morgen draalde hij op de achtergrond. Zijn lippen waren wit en zijn boterhammen smaakten hem niet. Ik pakte hem op en voor het eerst sinds lang worstelde hij niet om los te komen, maar legde zijn hoofd in dat plekje in mijn hals dat gemaakt lijkt te zijn voor een kinderhoofdje.
Hier mama, wees hij op zijn borst. Hier klopt het zo hard.
Ik wreef hem zacht over zijn rug en luisterde hoe hij sommen prevelde. *tweemaalvijfistien*driemaaltweeiszes*achtgedeelddoortweeisvier*
Wat kan je als moeder meer doen dan een zoen en proberen wat moed onder hun vel te steken? (Dat en een extra groot glas melk en wat vitaminen in een lepeltje.)
Hoeveel keer nog zal mijn hart in duizend brokjes breken als ik zie hoe hard hij zijn best doet om te groeien?

maandag 23 september 2013

Z'n kamer

'Morgen komt de poetsvrouw. Ruim jij even je kamer op, zodat ze effectief ook kan poetsen'.
KleineVent zucht, maar sloft naar zijn kamer.
Even later kan je weer binnen zonder je voet te bezeren aan ronddwalende legoblokjes, zonder te struikelen over een racebaan en kan je zowaar weer aan het bureau zitten.

De volgende dag komt en gaat de poetsvrouw. Met een mand vol gestreken was kom ik zijn kamer binnen. Er is vloer vrij waar ik de wasmand kan neerzetten. Zijn potloden staan in een kleurrijke bos in een potje op zijn bureau. Zijn leesboekjes in zijn eigen wijnkisten-boekenkastje en zijn knuffels vrolijk aan het voeteinde van zijn bed.
*bliss*

's Avonds is hij even spoorloos. Ik hoor hem rommelen en rammelen op zijn kamer.
Na de vierde bonk besluit ik toch even te gaan kijken.
Hij ligt languit op zijn bed. De potloden liggen voor hem uitgespreid, tussen vier notablokken en een waaier kleurplaten. De vloer wordt ingepalmd door een racebaan en zijn bureau is onvindbaar onder een legoconstructie.
Op zijn nachtkastje wankelen tientallen boekjes bovenop elkaar.

'Wat heb jij gedaan?'
'Gewoon, alles weer op zijn plaats gelegd'

vrijdag 30 augustus 2013

Boekenwurm

Soms vergeet ik dat er ooit een tijd was dat ik niet van boeken hield. In de tijd dat ik 'Jan-Pet-Pop-Vis' kreeg voorgeschoteld met de bijbehorende boekjes wist ik wel wat beter te doen met mijn tijd dan letters tot woorden kneden en die met een monotoon stemmetje opdreunen.

Soms vergeet ik dat ik niet met een boek in mijn handen geboren ben.
Dat lezen één iets is dat je moet leren, maar dat je houden van lezen ook moet leren.

Om het kort te stellen.
Het geschreven woord boeit KleineVent maar matig. Toch zeker als er geen voorlezer aan de pas komt. Zo matig dat de juf ons waarschuwde voor twee maanden vakantie zonder oefenen. Maar ik had het moeten weten. Geen sticker, stempel of wapperende wimpel is opgewassen tegen het koppige hoofd van mijn zoon.  Het kwartiertje lezen werd vaak tot in het laatste staartje van de dag geduwd. En toen de zoon een beetje groen begon te kijken op het moment dat er nog maar gewezen werd op een boek, lieten we de leeskalender voor wat het was. Dan maar even op AVI-niet voldoende.

Tot ik in de boekhandel een boek zal liggen dat me echt iets voor een zevenjarige jongen leek. Verpakt in papier en strik legde ik het op zijn kussen.
Later die dag was KleineVent plots spoorloos. Een half uur later trof ik hem aan in het kussenfort achter zijn bed met zijn neus tussen de pagina's en zijn vingers op de letters.

'Mama, dit is echt een cool boek.'

Mijn hart maakte een klein vreugdedansje.
Klein maar hoopvol.

woensdag 7 augustus 2013

Zomaar een vakantieherinnering

De laatste avond van de laatste dag trok ik voor de laatste keer naar de oever van de rivier. In de achterhoede van KleineVent die moeiteloos laverend op de rotsblokken afdaalde tot waar de rivier ingedamd werd tot kleine vijvertjes. Daar waren de visjes en waar de visjes waren moest hij ook zijn.

Vissen deed ie met een drinkbeker en ons teiltje dat eigenlijk bestemd was voor de afwas. In zwemshort en waterschoenen, zijn uniform van de laatste dagen. Ik nestelde me op een dammetje en liet hem klimmen. Ik was overbodig. Enkel nodig voor het geval de visser een duik nam die dieper was dan gepland, overbodig dus.

Ik riep af en toe wat. Zo van 'voorzichtig' en 'let op' en misschien ook 'niet te diep'. Hij nam aan dat het voor de vorm was en luisterde er met geen enkel oor naar.
Na een tijdje liet ik het roepen vallen en keek ik gewoon. Hoe hij van rotsblok naar rotsblok sprong. Hoe hij zonder enige moeite kleine wriemelvissen wist te vangen met die drinkbeker. Hoe er een gouden glans op zijn rug geworpen werd door de ondergaande zon.

In het bijna donker werden de gevangen vissen opnieuw te water gelaten. Elk vergezeld van een 'da-haag'. Ik mompelde ook 'dag' maar niet voor de vissen. Wel voor de laatste avond van de laatste dag.

maandag 5 augustus 2013

Weg is hij

Er lag een zenuwachtige glans in zijn ogen, maar zijn mond sprak boekdelen. Een grijns van oor tot oor, met alle tanden bloot.
Gaan we nu? Gaan we nu? Gaan we nu?
De hele morgen draaide hij rond en nergens vond hij zijn plek. Alsof hij al weg was.
Aan het station klemde hij zijn hand stevig in die van zijn lievelingsleider.
Groepsfoto, nog een zoen, nog een knuffel. Jaja... gaan we nu?
De groep verdween als een rode vlek door de stationsdeuren. Door het glas zag ik hem nog eens omdraaien. Eén en al grijns.



dinsdag 18 juni 2013

Zeven!

Er moest een kaarsje op zijn boterham. De kroon doet hij niet meer af en zijn verjaardagskaartje gaat mee in zijn agenda (zo kan ik het nog een paar keer lezen vandaag).
Gezwind vertrok hij naar school voor een dag vol verjaardagsrituelen. Ik kon nog net een zoen lospingelen voor hij met zijn traktaties in zijn schooltas de straat uitsjeesde.

In de auto denk ik aan zeven jaar terug. Hoe ik hem - net geboren - voor het eerst vasthield. En dacht 'niemand, echt niemand, is op dit exacte moment gelukkiger dan ik'.
Ik denk dat voor hem vandaag hetzelfde opgaat.

maandag 17 juni 2013

De perfecte spagaat

Mijn hart blijft vaak hangen in het 'toen'.  Bij de twee kinderbenen die op het aanrecht zaten en voeten die hoog boven de vloer wiebelden. Bij de talloze kampen met de jeugdbeweging, de jaren met een eigen stek in de kelderverdieping van een studentenhuis.
Ik kan uren ronddolen in mijn hoofd. Herinnering na herinnering opdiepen en herbeleven.
Denken aan wie ik toen was,  wie er ondertussen verdwenen is, hoe anders het was.

Wanneer ik uit mijn dagdromen gewekt wordt, snelt mijn hoofd vooruit naar morgen.
Naar wat-zullen-we-eten? Kan-de-babysit-komen? Speel-ik-het-klaar-om-deze-deadline-ook-te-halen? En zo hang ik een perfecte spagaat tussen nostalgie en plannen. Soms ietwat doelloos in het nu, met kramp in mijn benen.

Maar nooit is er meer nodig dan mee op het tapijt te hurken en mee te bouwen aan een knikkerbaan. Of me mee naar buiten laten lokken en de lieveheersbeestjes bekijken. Om samen kampen te bouwen in het bos.
Niets ankert me meer in het nu, dan zij.

maandag 6 mei 2013

Communie


De dag begon zaterdag vroeg en impliceerde dingen zoals een stoel bovenop een tafel zetten om toch maar een vlaggenlijn te kunnen hangen. Het was zo'n dag waarop vrienden toezeggen om op een ontiegelijk vroeg uur uit hun bed te rollen en mee te komen helpen (al was het maar om de stoel bovenop de tafel vast te houden). Het was ook een dag die al maanden in ons hoofd zat. Hoe dichter ie kwam, hoe meer ie zijn plaats opeiste in de lijst van prioriteiten.
De vlaggenlijn was het keerpunt voor mij. Als die er hing, betekende dat dat al voorbereidingen getroffen waren en de dag echt kon beginnen. En dan hijs je je oudste in zijn feestkleren en spring je zelf in een nieuwe jurk en voel je lichter dan je je in maanden gevoeld hebt.


Het is niet mijn gewoonte, maar met deze foto wou ik toch even pronken.
KleineVent, die nu toch echt een andere blognaam verdient, in vol ornaat. 
 
Foto door An Nelissen

dinsdag 30 april 2013

Wat echt helpt

Op enkele vaste momenten per dag lijkt hij maar één ding te willen: het bloed vanonder mijn nagels.
Het kost veel vastberadenheid van beide kanten.
Van mij kant om te willen dat hij zijn kleren aandoet.
Van zijn kant om dat zo lang mogelijk uit te stellen.
Van mij om te willen dat hij zijn bed op zoekt en zijn ogen sluit.
Van zijn kant om te vinden dat dat ook best beneden kan op de zetel.

De helft van de keren vraagt hij meer geduld dan ik tot mijn beschikking heb. En dat Lief dat dan 'rustig' in mijn oor fluistert, helpt niet altijd.
We botsen nog altijd. Mijn vader beweert dat het niets persoonlijk is. Dat bij het pakket 'zes jaar' hoort en hangt er voor de lol een anekdote aan vast hoe gruwelijk onuitstaanbaar ik was op die leeftijd.  Ik vermoed eerder dat het een all-in is bij het pakket 'KleineVent' en zoek mijn heil bij de gedachte dat het later een schone deugd is om op te komen voor je gedacht.

Ik tel veel tot tien de laatste weken. Stil en tussen mijn tanden. Het haalt er voor ons beiden de scherpe randen van af. Ik ben soms onverklaarbaar doof als hij woorden in mijn richting slingert die ik echt niet wil horen.
Maar wat echt helpt?
Nog eens in die ogen kijken.
Relativeringsvermogen voor tien krijg ik ervan.

donderdag 11 april 2013

Iets nieuws

'Streetlife' is het thema van KleineVents sportkamp. Vijf dagen vol hiphop, handshakes, skaten en graffiti. Het kind is 's avonds niet mee te krijgen naar huis en kan 's morgens niet wachten om te vertrekken.
Het heeft ook gevolgen voor de moeders.
Bij het afscheid wil ik hem een zoen geven. Hij trekt zijn gezicht weg en draait met zijn ogen.
Neen, mama. Geen zoen, een vuisje. Ik steek dan maar gelaten mijn vuist op en doe mee met de ingewikkelde combinatie handbewegingen.
Terwijl ik de zaal uitloop zie ik hem een skateboard nemen en rustig een rondje glijden.

Het kleine is bijna helemaal weg.
Er luikt iets in hem...
iets nieuws, groter dan wat hij tot nu toe was.
Ofwel was dat er al een tijdje en zie ik het nu pas.

(En moet ik nu op zoek naar een nieuwe blognaam voor hem?)

maandag 4 februari 2013

Miniatuur


Wat hij niet heeft in lengte en gewicht, maakt hij goed in stemgeluid en beweeglijkheid. Normaal gezien. In een gemiddeld weekend passeert hij viermaal per minuut wervelstormgewijs langs je benen. Toetert hij je trommelvliezen zeven maal aan flarden en knalt minstens drie blauwe plekken op je armen. Echt niet expres, dat laatste (daarom niet minder pijnlijk.)
Dit weekend kwam hij amper van de zetel.  Mijn kleine vent, die zich met stem en gebaren anders altijd groter maakt dan hij is, krulde zich op onder de dekens. Als ik even niet keek smokkelde hij zijn duim in zijn mond. Wit, maar met roodgloeiende wangen kabbelde hij door het weekend. Zondagmiddag, het rusten moe, klauterde hij van de bank en nestelde zich aan tafel met kleurpotloden en veel verhalen in zijn hoofd.

‘Ik wil een groot blad, mama’, wees hij een klein A5 van de hand.
Met het puntje van zijn tong uit zijn mond boog hij zich over het witte vel.
’s Avonds tijdens het opruimen viel mijn oog op  het resultaat. In een klein hoekje van het A3 blad ontwaar ik berg en een fort. Tussen de bomen gaat een ridder te paard met een piepklein zwaardje een iets minder kleinere draak te lijf. De steekvlam van de draak is zo groot als mijn pinknagel en toch is alles er. De stekels op de drakenstaart, de verbeten trek om de mond van de ridder, zeven knopen op een harnas.
Ik knip het hoekje tekening uit en plak hem in mijn notaboek.
Een miniatuur van mijn miniatuur.

woensdag 9 januari 2013

Donderstenen

Ik denk dat ik op maandag 7 januari wat onderuitgezakt aan mijn computer zat. Mijn mailbox liep alarmerend snel vol met mails. Er lag een aanzienlijke stapel te openen post, maar in plaats van mijn mouwen op te stropen en te kijken wat voor nieuws er zat tussen de 386 ongelezen berichten vouwde ik mijn handen om mijn warme koffiemok en keek naar buiten.

'Luister', zei ik tegen mezelf. 'Hoor je dat? Niets, absoluut niets. Geen ge-MAMAAAAAA! Geen gehuil, gejen, geduw en gesar.' Ik sloot mijn ogen en ademde diep in en uit.
Het was een volle veertiendaagse, die vakantie die rond Kerst en Nieuw plakt.
Ik ben niet uitgerust.
Ik ben niet uitgeslapen.
Ik ben zo mogelijk nog vermoeider dan voor de vakantie.
Twee donderstenen zitten daar voor een groot stuk tussen. Alle vakantieplannen en activiteiten ten spijt waren mijn kinderen twee magneten die in een mum van tijd aan elkaar plakken om dan stevig te knetteren. Kampen werden aangevallen en verwoest. Tekeningen verscheurd, knikkerbanen gesloopt en treinbanen verbouwd. Was de één vertrokken in zijn spel, marcheerde de ander er ostentatief door. Broers en zussen werden meermaals levende zitkussens, stootkussens en stormrammen. Op de tiende dag gingen mijn nekharen al bij de eerste gebrulde 'aanvalleuh'  (6.10 u.) rechtstaan.

Het deed dus deugd, dat eerste uur voor mijn beeldscherm en 's avonds kon ik eerste (en volgende) gebrulde 'aanvalleuh' opnieuw de baas. Een lichtgewicht van 1m14 vang ik zo op in mijn armen en keer ik moeiteloos enkele keren om. Die puf en zin krijg ik dan ook weer van een computer vol onbeantwoorde mails en iets teveel koffie.


.


maandag 17 december 2012

Geluk met eieren, bloem en suiker

Zondagmorgen 8.30 u. Nog in pyjama en met haar dat alle kanten oppiekt weeg ik bloem en steek de oven aan. Aan de andere kant van het eiland piepen twee paar ogen net boven het werkblad uit. Klaar om elk op zijn beurt suiker, boter en bloem dooreen te spatelen.

Zondagmorgen 9 u. Ik rol samen met twee paar kinderhandjes deeg tot koekjesbolletjes. Ze glimmen van handen tot ellebogen door het smeuige deeg. KleineMeid verdeelt de buit eerlijk. Een bolletje voor de bakplaat, één voor haar. Wanneer alles in de oven staat laat ik twee kinderen ten (bad)water en hoor hoe daar verder koekjes gebakken worden van badschuim en schijfjes water.

Zondagmorgen 10 u. Het bord met de koekjes die nog even stonden af te koelen is leeg.
'Neen, neen, neen', schudt KleineMeid haar hoofd. 'Ik heb geen koekjes gegeten.' Terwijl ze hoofdschuddend haar onschuld staande houdt vliegen de koekkruimels die op haar wangen plakten in het rond.

Zondagmorgen 10.10 u. Ik weeg bloem en steek de oven opnieuw aan. Aan de andere kant van het eiland piepen twee paar ogen net boven het werkblad uit. Het suiker, boter en bloem spatelen nog lang niet moe.

Neen, mij straf je niet als ik in de weer mag zijn met boter, bloem en suiker.

vrijdag 14 december 2012

Klein

In het krieken van de morgen kruipt er elke dag opnieuw een klein ventjeslijf tegen mij aan. Als het nog donker is en stil, moeten wij altijd even aan elkaar plakken. Zonder zussen, klokken en schoolbellen die in acht genomen moeten worden. Half slaperig rolt er altijd uit wat er in dat hoofdje omgaat.

'Ik wil niet meer naar de omnisport.'
'Hoezo?', mompelde ik slaperig in zijn nek.'
'Niemand wil mij in zijn groep omdat ik niet sterk ben.'
Ik voelde mijn hart verkruimelen onder zijn woorden. KleineVent heet hier niet zo omdat die naam gewoon is blijven plakken. Hij is nog altijd een kleine vent. De kleinste en lichtste van zijn klas. Ik geef mijn kieskeurige genen en zijn eetlust van een musje (deels) de schuld.
Ik wou hem nog dichter tegen me trekken en onder mijn vel verstoppen waar er geen woorden zijn die zijn hart kunnen raken.
In plaats kriebelde ik zijn buik.
'Weet je, dan zorgen we ervoor dat jij sterk wordt.'

Hoe we dat gaan doen, dat weet ik nog niet. Korstjes opeten en een stukje banaan proeven zorgen er alvast voor dat je mama verslaat met een potje armworstelen.



maandag 10 december 2012

kikker, open, sluit

Een half jaar kon ik elke zaterdagmorgen kamp opslaan op de tribune van het zwembad. Om week na week een klein mannetje met halflege bandjes in het zwembad te zien springen. Met zijn hoofd ternauwernood boven water werkte hij zich keer op keer een weg tot het punt dat de zwemjuf aanwees.
Maar mijn frisse tegenzin om week na week een uur te zitten zweten op een hard bankje was niets in vergelijking met de tegenzin van de aspirant-zwemmer. Meermaals zat hij met zijn armen gekruist op de zwembadtegeltjes, vastbesloten geen been of arm te verroeren. Na elk baantje kon de zwemjuf haar beste pleidooi bovenhalen om uit te leggen waarom hij nu nog niet op de glijbaan mocht.
Zwembad werd een synoniem voor wil niet.
Zwemles was een garantie voor tranen.
Vrijdag stond ik op het punt om de handdoek in de ring te gooien. Voor de vierde week op rij moest ik een huilend ventje van mijn been losweken en zachthandig in de armen van de zwemlerares drijven.
Een beetje ten einde raad zakte ik op mijn knieën. 'Luister, ventje. Deze les is de laatste les van dit jaar. Hierna hoef je niet meer te oefenen. Dat brevet moet vandaag niet. Na deze les laten we het rusten. Dat brevetje komt ooit wel eens.' Met een sippe lip en veel tegenstribbelen liet hij zich meetronen naar het zwembad.
Ik was nog maar net op de tribune  toen ik KleineVent vastberaden naar de blok zag lopen, met een grote plons in het zwembad zag springen en keek verbaasd toe hoe hij met een vastberaden trek rond zijn mond de hele lengte zwom.

En zo leerde dat kleine mannetje van ons, me weer een grote les.