Kort voor ik mijn persoonlijke mobiliteitsplan zou omgooien las ik her en der berichten van pendelaars die hun treinabonnement aan de haak mochten hangen en dagelijks met de auto naar hun werk konden gaan. Jubelberichten waren het. Geen vertragingen meer. Geen trein meer moeten zien of horen. Niet je ochtend moeten delen met tientallen medereizigers. Luid kunnen meezingen met de radio zonder vreemd aangekeken te worden. Niet meer doornat geregend worden op het traject huis-station-werk.
Het zal wel de verandering van spijs zijn die doet eten, maar na een maand of vier kan ik zeggen dat ook de omgekeerde wissel doet deugd.
's Morgens laat ik mijn autosleutels in de sleutellade en spring ik op mijn fiets. Nooit meer mijn stuur opeten omdat ik al in de file sta aan te schuiven voor ik goed en wel mijn straat uit ben. Ik fiets alle wachtende auto's gezwind voorbij. Nooit meer vloeken op die ene auto voor me die niet goed weet welke kant ie uit moet zodat we met zijn allen nog een extra beurt voor het verkeerslicht staan. Fietsen tussen bomen en water en frisse lucht opsnuiven. (de regenbuien ben ik alweer vergeten, vastvriezen aan mijn zadel en stuur kwam nog niet voor). Elke morgen en elke avond een kwartier tijd om te lezen, te schrijven of gewoon voor me uit te staren.
Alleen jammer dat de trein nooit wacht als ik twee tredes te laat op het perron sta.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten