Begin deze week zwaaide ik mijn oudste uit aan het station. Een hele troep in het rood uitgedoste chirokinderen vulde de perrons om naar de andere kant van het land te treinen.
Kamp dus, voor het eerst tien volle dagen.
'Dan is tien dagen lekker rustig, daar bij jullie.' hoor ik u denken.
Yep, klopt. Zo stond het ook in mijn agenda. Maar blijkbaar werkt de realiteit anders.
Waar ik hem tijdens het jaar met regelmaat van de klok achter het behang kan plakken, kan ik nu niet wachten tot hij thuis is (om hem waarschijnlijk drie kwartier later weer achter het behang te plakken. Met de idylle van doodvermoeide kampkindjes die rustig bijkomen op je schoot moet je bij mijn niet meer komen aanzetten. Mijn doodvermoeide kampgangers en ik kregen vorig jaar al een knetterende ruzie tijdens de rit station en huis.)
Hij ontbreekt. Het is meer dan missen. Er is echt iemand tekort.
Dus trek ik in mijn hoofd stilletjes streepjes om de dagen te tellen tot hij terug is. Als zoethoudertje tot dan wacht ik op de kamppost.
Het kan zijn dat ik bij het inpakken van de bagage wel vijf maal met de enveloppen voor zijn neus gewapperd heb. Netjes voorgeschreven en voorzien van postzegel. (Het feit dat hij vorig jaar gewoon vergat om een kaartje te sturen, zit er zeker voor iets tussen.)
'En hier, in dit boek zitten de enveloppen. Heb je het gezien? In je leesboek.'
De oudste keek wat verveeld op van zijn strip en knikte.
'Tussen de kaft en de eerste pagina. Niet in je strips, maar wel in je leesboek.
Hij knikte.
'Dus, waar zitten je enveloppen?'
Hij rolde met zijn ogen en deed zelfs de moeite niet meer om te antwoorden.
Begin deze week vertrok hij, halverwege volgende week staat hij weer - zwart en stoffig - op het stationsplein. De tussenliggende periode zal gecoverd worden met: 'het was tof!' Dus kijk ik uit naar dat ene lijntje: post.
Wanneer de brievenbus kleppert, slaat mijn hart één tel over. Misschien vandaag. Een kaartje met - als we geluk hebben - twee zinnen op.
Hoogstwaarschijnlijk: 'het is leuk hier. het eten is soms lekker.'
Ik geef het u op een briefje.
4 opmerkingen:
"we hebben al veel gespeeld"
was dat jullie kamppost?
Oh ja he!! Sterkte de komende dagen!
Als scoutsleidster bij de 'kleintjes' (eerste en tweede leerjaar) moest ik soms toch ook wel eens pushen om iedereen een briefje naar huis te laten sturen ;-) ze zijn dikwijls zodanig overprikkeld door alle activiteiten en de verandering van omgeving, dat post wel het laatste is waar ze aan denken...
Toch hoop ik uiteraard met je mee dat er een briefje in de bus valt!
Een reactie posten