Zomaar, een reisherinnering
Tanden krijgen is een pijnlijke zaak. Daar verandert vakantie niet zoveel aan. En zo kwam het dat ik om vier uur hupsend en wiegend met een snikkende KleineMeid door een stacaravan heen en weer ijsbeerde. Toen het er naar uitzag dat noch een pijnstiller, noch een verkoelende zalf, noch mijn gehups ook maar iets aan de geluidsoverlast zou veranderen schoot ik mijn kleren aan en knoopte mijn nachtterrorist in de doek. Ik liep de camping uit en stapte stevig door naar het strand. Het gezwinde ritme deed het gehuil onder mijn kin verstommen en samen snoven we de vertrouwde zilte geur op. Ik wandelde tot mijn hoofd leeg was. Ik wandelde tot het laatste greintje slaap uit mijn lijf verdwenen was. Ik wandelde tot mijn haar nat was van het opspattend water.
Ik wandelde.
De zon kwam op.
Mijn dochter viel in slaap
en ik voelde me rijker dan ooit.