(N)iet(s)
Het voelt als een blokkentoren bouwen op los zand.
Ik hijs KleineMan recht, onmiddellijk plooit hij zijn knieën en ploft op zijn achterwerk neer. Nog voor hij goed en wel zit gooit hij zijn hele lijfje naar achter. Uitgestrekt op de grond flappert hij met armen en benen.
'Hij wil niet meer zitten', liet ik in de creche weten. In de volste veronderstelling dat dit één van die fases was.
'Hij wil echt niet meer zitten', lieten ze mij 's avonds weten, maar tussen de woorden door kabbelde bezorgdheid.
'Is dit dan geen fase?'
'Alleszins geen veel voorkomende.'
Wat later bel ik naar de dokter, omdat ik van haar wil horen dat het een fase is.
'Als hij woensdag nog niet wil zitten, kom maar eens langs.' Niet wat ik hoopte te horen en daarbovenop nog een boel info over echo's en vocht in de gewrichten.
Dus por ik KleineMan spelenderwijs aan om te zitten, maar telkens gooit hij zich vliegensvlug naar achter. Een blokkentoren op los zand bouwen, lijkt me eenvoudiger.
En ondertussen flappert Jasper vrolijk verder en begint zich langzaam een tapijtengeltje te vormen op zijn flapperplek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten