Botsen
Overdag kunnen we nogal eens botsen KleineVent en ik.
Dat de trampoline buiten staat, bijvoorbeeld. Terwijl hij - wanneer er niet buiten gespeeld wordt - in onze zetel een perfecte dubbelganger voor het springtuig gevonden heeft. Of over tekenen. Dat dat op een blad kan of karton of stof. Terwijl hij zijn kunsten liever botviert op de witgepleisterde muren.
Als we botsen dan botsen we hard. Dan moet ik me uitrekken om boven hem uit te torenen. Dan moet ik mijn olifantenvel aantrekken en me wapenen tegen woorden die hij nooit of te nimmer van mij kan geleerd hebben. Dan hoor ik hoe ver onze beider volumeknop wel reikt. Soms blijft het bij één botsing per dag. Andere dagen gooi ik onszelf de tuin in of de fiets op om wat frisse lucht tussen ons alletwee te laten waaien.
Maar 's avonds lassen we een pauze in. Dan is hij te klein om zelf de trap op te stappen. Dan klautert hij in mijn armen en blijkt zijn hoofd nog wonderwel in de holte tussen mijn hals en schouder te passen. Dan klemmen kleine armen me vast zodat hij nog 100 zoenen kan planten voor de nacht.
En altijd, na een dag waar ik de blauwe plekken van de dag nog voel schrijnen op mijn hart, kan ik het niet laten. Dan sluip ik zijn kamer binnen en fluister zacht in zijn oor: Slaapwel, mijn kleine dondersteen.
Iets met toch het laatste woord te willen hebben, denk ik.
4 opmerkingen:
Ja. en ja. (hoe doe je het toch?!)
Als de dag maar goed afgesloten wordt...
Mooie tekst
Ooooaaaaaaahhhhhhh.
Jouw woorden doen me smelten. Bedankt!
Een reactie posten