Diepblauw ochtendlicht valt haar kamer binnen. Het dakraam is bezaaid met ijsbloemen. Ik vis mijn jongste voorzichtig van onder de dekens en tussen de knuffels uit. Ze vouwt zich naadloos naar mijn linkerzij en klemt haar armen om mijn nek. Samen klappen we het dakraam open. De ijskoude buitenlucht valt op onze gezichten. Op mijn arm en heup gloeit ze nog dekenwarm na.
Ik wijs haar de maan en de sterren aan die verdwijnen in het ochtendlicht. Ze kijkt met open ogen en open mond.
'Zullen we aan de dag beginnen?', fluister ik in haar oor.
Ze wrijft haar hoofd in de holte van mijn nek en graaft haar handen in mijn haar.
'Neen, nog heel eventjes niet'
2 opmerkingen:
aaah ik vind het ook zo zalig om een kleine spruit uit zijn bedje te vissen en dan hem zo voorzichtig op mijn schouder voelen wakker worden...die warme zachte aanraking, die slaperige oogjes
Leuk eh.
Jij schrijft echt tof!
Wat kan je met zo weinig woorden zo veel verhaal vertellen! mooi!
Een reactie posten