Afgelopen week werd er verheugd afgeteld naar dinsdag - kampdag.
Voor de kroost betekende dat zeven dagen spelen, rennen, zonder gezeur van ouders.
Voor ons betekende dat zeven dagen uitslapen tot de wekker je wekt, koken wat we zelf lekker vinden, op de fiets richting stad/film/ ... springen zonder babysit te reserveren en gewoon lezen/zitten zonder broer en zus te moeten ontwarren uit schermutseling elvendertig.
De jongste rende aan het verzamelpunt heen en weer tussen bijbabbelen met het kampvriendinnetje en nog een veertiende allerlaatste knuffel bij ons.
De oudste keek lipbijtend naar de klok. 'Gaan we nu? Hoe lang nog? Nu dan? Zo lang kan een kwartier niet duren. Een held in afscheid nemen zal het nooit worden.
Toen ze - eindelijk, zuchtte de oudste - vertrokken richting perron, zwaaide ik blij nog een laatste afscheidswuif. Ze verdwenen al lachend door de stationsdeur.
Oef', deed mijn hoofd en ik wandelende naar de auto.
Rust, even geen eindeloos gekwebbel, gevraag en gehang.
'Krak', deed mijn hart toen ik op de achterbank een vergeten tekening zag liggen.
Ik schudde mijn hoofd, keek wat verwonderd naar de spagaat die gevoelens kunnen maken en startte de auto. Op weg naar de hangmat om daar af te tellen tot ze weer op het stationsplein staan.
2 opmerkingen:
Geniet van jullie weekje! Voor je het weet vliegen ze opnieuw in jullie armen.
het klinkt hard en tegelijk zalig!
Een reactie posten