De zon poetst de lucht blauw tijdens één van die zeldzame lenteprikken in de staart van de winter. Het grijze geplens van regen ruimt voor heel even - een uur als we geluk hebben - plaats voor af en toe een aarzelende zonnestraal op je rug.
Ik fiets langs de Brugse Vesten. Het prille gras lijkt door een batterij instagramfilters gehaald te zijn. De levendige kleuren knallen me tegemoet terwijl ik rond de plassen slalom.
Daar waar een troep krokussen, sneeuwklokjes en narcissen collectief en kleurrijk hun kop opstaken, staat ook hij. Niet meer in de lente van zijn leven. (Eerder tegen het einde van een lange herfst.)
Tussen duim en wijsvinger houdt hij een klein bosje. Vier narcissen en een sneeuwklokje.
Het bosje lente kan niet wedijveren met de blik op zijn gezicht.
Een grijns zo breed als een driejarige die een extra snoepje kreeg.
1 opmerking:
En dan heb je de grijns van zen vrouwke nog niet gezien ;-)
Bedankt voor dit mooi beeld.. hoewel ik deze keer de 'fout die ik niet maakte' las :-)
Een reactie posten