De eerste herfstbries blies ons de kelder in. De plek waar we de afgelopen jaren alles wat elders in het huis in de weg stond lieten vallen op een steeds groter wordende berg spullen. Uit het oog, uit het hart. Of zoiets.
Want samen met de eerste herfstbries werd er stof geblazen van het plan om op de jaarlijkse rommelmarkt ons dekentje uit te gooien. En daarvoor was een stevige sorteerronde nodig: rommelmarkt - kringwinkel - containerpark - verkopen - bewaren.
Opruimen voelt als de tijd even uitrekken en dan weer opvouwen. Duploblokken die jaren geleden dagelijks de vloer kleurden, nu als een grote brij in de plastieken bak. Barbiepoppen in twijfelachtige kledingcombinaties boven elkaar gepropt in vier schoendozen. Het kapot gespeelde Monopolyspel (nooit meer!), uitgedroogde playdoh klei (in elk potje hetzelfde onbestemde bruin) en boeken die door het boekenrek werden uitgespuwd.
We sorteren, ruimen op en sleuren dozen en bakken naar boven voor een enkeltje kringwinkel - containerpark. Laag na laag trekken we de herinneringen van de spullen af en sorteren we wat het houden waard is. Playmobilpoppetjes, kindertekeningen en oude rapportjes.
Ik delf de twee bananendozen op die ik al achter me aan sleep sinds mijn 18e. Dozen propvol gestouwd met schriften, notitieboeken en dagboeken. Van het knalroze exemplaar met wankele achtjarige hanenpootjes: 'lief dagboek, vandaag gingen we naar de dierentuin' tot exemplaren waar er tientallen pagina's uitgescheurd zijn, geen flauw idee meer waarom.
Duizenden woorden, neergekrabbeld. Stapels papier die grote en kleine dromen, honderden soorten verdriet en al lang vergeten anekdotes bewaren.
Ik schuif ze in een hoekje - omringd met de bakken duplo en het loopfietsje waar ik geen afstand van wil doen - en schrijf met grote letters op de doos. Bewaren!