dinsdag 20 maart 2012
maandag 19 maart 2012
#wijvenweek – dromendag
Disclaimer: af en toe gooit er iets roet in de loop der dingen, waardoor je ’s avonds om 20 u. al languit op apegapen in de zetel ligt, in plaats van wijvenweekpostjes te schrijven (of te strijken, dat ook). U hebt er dus nog drie te goed en die volgen in de loop van deze week. Kwestie om even te etaleren dat ik een wijf ben die de dingen op haar tempo doet. Het gebeurt wel, soms moet je gewoon even geduld hebben.
In mijn dromen schrijf ik verhalen voor de kost, woon ik afhankelijk van mijn stemming in een houten huisje aan de rand van een Noorse fjord of in Frans bosrijk gehucht op een boogscheut van de kust. In mijn dromen neem ik mijn kinderen mee op wereldreizen, ben ik een creatieve mama die nooit de woorden ‘weet je wat, kijken jullie even naar een filmpje’ uitspreekt. In mijn dromen fiets ik naar mijn werk, kan ik na even in de keuken rommelen een lekkere maaltijd op tafel zetten. In mijn dromen maak ik oogstrelende mooie dingen. In mijn dromen zijn de weekends gevuld met oeverloze tijd voor familie en vrienden. In mijn dromen heb ik tijd om te lezen en loop ik fluitend de 5 km zonder een druppel zweet te laten. In mijn dromen ga ik koffie drinken met mijn mama ...
Maar in plaats daarvan neem ik mijn dromen mee mijn leven in en timmer elke dag een heel klein stukje verder aan een willekeurig stukje. (alleen dat lopen zonder zweet zal er nooit inzitten denk ik)
donderdag 15 maart 2012
'En dan snap ik niet dat ze nog al dat geld in projecten pompen in het buitenland, wat is het nut daarvan? We zouden beter een beetje beter voor onszelf zorgen.' Het komt uit de mond van een collega die tijdens het eten de krant doorneemt.
Ik zeg er niet veel van, maar vanbinnen raast het aan herinneringen. Opnieuw zie ik hoe het was in Rwanda. In die kleine garage waar jongens en meisjes een opleiding kregen. In het tehuis waar aids-weesjes opgevangen werden. In de ziekenhuizen waar zieken niet meer met drie in één bed moesten liggen, maar elk hun eigen plek hadden. Ik weet wat er met dat geld gedaan wordt.
Maar ergens in mij is de preker gaan schuilen. Mijn alle beetjes helpen-speech, wordt steevast gepareerd door een 'druppel op de hete plaat'- opmerking en een 'allemaal zakkenvullers'-verzuchting. Ik vertel aan wie wil luisteren, maar bovenal probeer ik mijn verschil te maken.
Hoe? Elke maand stort ik een klein stukje van mijn loon door naar een ngo. Ik voel dat niet. Het is hoogstens een boek dat ik niet kan kopen en een koffie die ik niet kan drinken. Maar ik heb met mijn eigen ogen gezien wat er met dat geld gedaan wordt. Het gaat naar ziekenhuizen zodat vrouwen kunnen bevallen in menswaardige omstandigheden. Het stelt mensen in het Zuiden in staat om zieken de medicijnen te geven die ze nodig hebben. Het gaat naar scholen. Het stimuleert solidariteit en zorgt ervoor dat vakbonden worden opgericht en dat ziekenkassen een kans krijgen.
En als iedereen - op regelmatige basis - zijn steentje, hoe klein ook, zou bijdragen geloof ik rotsvast dat dat een wereld van verschil zou maken. Zo veel meer dan tussen de soep en de patatten verzuchten dat we beter voor onszelf moeten zorgen. Als we het kunnen moeten we zorgen voor wie het nodig heeft en of dat hier in ons Belgenland of in het Zuiden is, maakt mij geen ene moer uit.
dinsdag 13 maart 2012
De vlijtige huisvrouw in mij stelt niet veel voor. Al ramen lappend zie ik drie lege potten staan en bedenk dat ik nog bloembollen liggen heb die dringend geplant moeten worden. In tegenstelling tot ieder ander laat ik simpelweg de spons in de emmer plonzen, sleep de potaarde aan en plant de bloembollen. Er zit iets in mijn hoofd dat die eekhoorntjes moeilijk kan negeren. Een idee flitst door mijn hoofd en *hop* ik moet er achteraan. Wat dus kan resulteren in het volgende:
Na een uur vertier met playdoh zijn de kinderen naar buiten verwezen om wat stenen-en moddersoep te maken. De zwarte vloer is bezaaid met vrolijke snippers regenbogen die ik even snel wil weg stofzuigen. En als je toch bezig bent met het stuk rond de tafel kun je meteen al de rest doen. Rond het speelkeukentje herinner ik me nog de doos met oud speelkeukentjesmateriaal die mijn papa onlangs binnengooide (dankje papa, nooit dozen genoeg hier) en laat de stofzuiger voor wat ze is. Ik ga naar de kelder, sleep de doos naar boven en zie vanuit mijn ooghoek de poef die ik al lang weer in hergebruik wilde nemen. Zo moeilijk kan het toch niet zijn om die zelf te overtrekken met een nieuw stofje. Ik duw de doos speelmateriaal in de gang, sleur ook de poef naar boven en haal mijn stoffenvoorraad naar beneden. Ik drapeer en probeer, maar niets lijkt bruikbaar. Gelukkig is er het www en de online stoffenwinkeltjes. Laptop open, online winkeltjes neuzen en stofje kiezen. Aan het bureautje valt me in hoe kaal alles nog is. Geen kadertje of bloemetje. Dus hup opnieuw naar de kelder om de doos met kadertjes op te snorren. Die he-le-maal onderaan de stapel dozen staat, maar wie zegt dat dat een probleem is. Voor de derde maal sleep ik een te zwaar object een te gammele trap op. Op dat moment bedenk ik dat we heel wat minder kasten hebben dan zes maand geleden, dus ook minder ruimte om iets op te zetten. Het lijkt me beter om de kadertjes aan de muren te spijkeren. Ik laat de doos voor wat ze is, en zoek Lief's werkmateriaal. Net op het moment dat ik sta te dubben over waar de eerste spijker in te hameren, wandelt Lief binnen en dit is wat hij ziet:
stofzuiger onder de tafel
doos vol speelkeukenmateriaal in de gang
poef ondersteboven op het tapijt
lappen stoffen over de zetel
een kast vol kadertjes
een Kruimel met hamer en vier spijkers tussen haar tanden
(en buiten, dat wil je niet weten, of ja het resultaat van twee kleuters een emmer water en veel zwart zand)
Het Lief kent me al. 'Eekhoorntje?'
*insert knik*
maandag 12 maart 2012
# wijvenweek: maskers af
Over het waarom van make-up
Als ik heel eerlijk ben heb ik geen crème, poeder, concealer, schaduw of liner voor waar dan ook nodig. Al wat ik nodig heb is tijd. Om op het gemak mijn ogen open te trekken. Om langzaam wakker te worden. Geef me wat tijd voor een koffie en gestaar naar de bomen buiten en ik kan de wereld aan. Wat zachte muziek op de achtergrond, een lege dag vol beloftes. Het staat instant garant voor wakkere ogen, zachtroze huid en een blos op mijn wangen.
Maar net omdat ik ’s morgens dat allemaal niet heb, heb ik ze wel nodig. Die concealer om de wallen onder mijn ogen weg te werken. De mascara om mijn blik wat wakkerder te maken en wat blush om er iet of wat gezond uit te zien.
Jammer genoeg stopt ook dat gegeven soms bij het hebben van twee kinderen. Ontbreekt mij zelfs daarvoor de tijd voor. Je weet wel, op die ochtenden dat de capaciteit om zich zelf aan te kleden onbestaande lijkt, maar zelf uitkleden geen probleem lijkt. Of dat er verstoppertje gespeeld wordt met schoenen en autosleutels. Dat boterhamwerpen wordt verfijnd tot een Olympische sport en het record zus-zitten, haartrekken-broer dringend moet verbeterd worden. Op die dagen stap ik de deur uit net zoals ik het bed uitstapte. Met haar dat alle kanten uitpiekt, vlekkerig rood vel, twee fronsen waarachter zich twee ogen schijnen te verschuilen. En zo werk ik als een briesend paard mijn kinderen de deur uit, jaag ze de auto in en gooi ze nog net niet de voorschoolse opvang in.
En op die dagen – in de twee minuten wachten op mijn carpoolcollega – doe ik van zwiep veeg met wat fond de teint en een mascaraborsteltje.
Veel menslievender, vol humor en overlopend van capaciteit om alle triviale dingen te relativeren word ik er niet van, maar tenminste zie ik er toch zo uit.