vrijdag 9 april 2010

Ik kan wat hysterisch worden over jeugdsentiment, ja!

‘En hij wou enkel mee als hij met de poppenwagen mocht rijden.’
‘Je bedoelt de buggy’
‘Neen de poppenwagen.'
‘Mijn poppenwagen? De poppenwagen die mijn opa voor mij maakte toen ik drie was? Waar ik mijn hele jonge leven mee gespeeld heb? Waar ik GroteKleineBroer nog ingepropt heb toen die acht maand was?’
‘Euhm, ja die.’
‘En waar naar buiten? Gewoon naar de bakker en terug?’
‘Ja, maar het was zo’n mooi weer dat we nog naar de hertjes gewandeld zijn en daarna nog even op het speelplein.’
‘Maar er is niets aan de poppenwagen.’
‘Neen, die zit gewoon een beetje onder het zand. De verf is wel van de wieltjes, dat rechterwieltje wiebelt een beetje en het kapje is een beetje gescheurd, maar dat was al… toch?’

Geen opmerkingen: