Slapeloos
Ik hoest tot er gele lichtjes opflikkeren achter mijn oogleden. Ik draai en zoek naar een houding die voor langer dan drie minuten comfortabel voelt. Mijn op het ene moment onmisbare slangenkussen stamp ik een kwartier later driftig uit bed en ik worstel nog maar eens om op mijn andere zij te gaan liggen.
Hij zou zijn kussen willen nemen en op de bank verder slapen, weet ik. Maar hij kent me goed genoeg. Dus kruipt hij tegen me aan. Maant met zijn hand op mijn buik Puk tot wat minder waterballet aan en valt weer in slaap.
Als de golven van de zee blijf ik door het bed deinen. Rol ik tegen hem aan en wroet mezelf terug tot mijn randje van het bed. Hij verdraagt het – al snurkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten