maandag 29 januari 2024

Tijd

- 4 minuten -
'Billen naar beneden, blik vooruit!', brult de sportjuf. 
Ik hang boven mijn matje met enkel de toppen van mijn tenen en mijn onderarmen als steunpunt.  Hooveren, noemt de instructrice het. In ijltempo ontdekken welke spieren na 44 jaar enkel voor de sier in mijn lijf aanwezig zijn, noem ik het. 
'We zijn vertrokken voor vier minuten!'
Tussen het stof op de vloer, ontwaar ik een platgetrapte M&M. Het felgroen snoepje probeert zich te camoufleren op de vaalgroene turnvloer die al maanden geen borstel of stofzuiger zag voorbij komen. 
Mijn bovenarmen trillen en een onzichtbare voorbijganger stapelt stiekem betonblokken op mijn onderrug. Dat kan de enige reden zijn waarom mijn bekken richting het matje zakt. 
Elk spiertje trilt en smeekt om rust. 'We zijn er bijna', sus ik mijn lijf. Nog heel even doorbijten. 
'Nog drie minuten', brult de iron woman vooraan.  
De onzichtbare voorbijganger blijft betonblokken stapelen, niet alleen op mijn onderrug, maar ook op schouderbladen en benen. De grond onder me beeft, ofwel begeven mijn steunpunten het simultaan. 
Ik klap op de grond na wat voelt als anderhalf uur. 
'Nog anderhalve minuut', hoor ik roepen. 

- 4 minuten - 
Tegen beter weten in scroll ik haastig naar de NMBS-app. Misschien heeft ie vertraging, misschien heeft een andere trein extra veel vertraging. 
'Aan het perron', blinkt in een rood blokje naast mijn woonwerkverbinding. 
Ik prop mijn fiets in het fietsrek en sprint - in de mate dat een loeizware rugzak dat toelaat - van de fietsstalling naar het perron. (Uiteraard net diegene die het verst van de fietsenstalling gelegen is). 
'Ik heb vier minuten. Vier minuten voelden gisteren als een eeuwigheid. Meer dan tijd genoeg om 500 meter treinspits-slalommen te overbruggen. 
Twee minuten later sta ik hijgend op het perron. Het treinsignaal overstemt mijn gevloek. De conducteur wijst op de boodschap 'NIET MEER INSTAPPEN'. 

De spieren die enkel voor de sier in mijn lijf aanwezig zijn, laten zich opgetogen voelen. 


donderdag 25 januari 2024

Gedichtendag 2024

 



we zouden kunnen gaan zitten
in een koffiekopje.


je weet wel,
een klassiek,
met schuine wanden,
zodat we telkens naar elkaar toe schuiven.

geen mok, dat niet.
geen grote cilinder
met platte bodem

maar zo’n kleintje,
bol.

misschien dat we daarin
moeten investeren:

van alle kamers kopjes maken.

(Sylvie Marie)

Nog meer mooie woorden? 

20232022 - 20212020 - 2019 2018 20172016 2015 2014 2013 - 2012 2011 2010 2009 - 2008 2007 - 2006 - 2005 2004

donderdag 9 november 2023

Het is altijd nu

Uit het archief van mijn notaboek... 

Zomergulzigheid, noem ik het. De nood om een zomerdag tot de allerlaatste minuut te plukken. In het handjevol maanden dat de buitenlucht zacht en warm genoeg is om buiten te leven, wil ik het onderste uit de kan halen. Neen, ik wil niet in de zetel ploffen voor een film. De zon schijnt. We moeten erop uit. Kleine grote avonturen beleven, roze avondluchten bewonderen en de zon zien zakken in de zee.
Neen, ik wil mezelf niet aan mijn bureau parkeren. Er zijn meertjes waar in gezwommen, hangmatten waarin gelezen en zomertafels waaraan gekeuveld moet worden.
Ik waad door de zomer met een denkbeeldig vlindernetje boven mijn hoofd. Klaar om elk mooi moment te vangen, te plukken en te bewaren.

Ik ben niet alleen. Mijn jongste kampt met herfstgulzigheid. Hoeveel boswandelingen we ook aaneen rijgen, de oker gekleurde bladeren vallen altijd te vroeg. Of feestgulzigheid, waar de oudste na weken verlangend aftellen de dag zelf al vol nostalgie wakker wordt want ‘vanavond is het weer voorbij’.

Maar tijd laat zich niet hamsteren. Het is altijd gewoon nu. Nu, waarin ik op mijn rug dobber in de zee. Nu, waar de zoveelste zomerbui teveel zich over mijn fietsende benen uitstort. Nu, waarin ik dit stukje schrijf.

Of zoals Herman de Coninck het mooi schreef:
Er is hier. Er is tijd.

En dat elke dag, elk seizoen weer opnieuw.